2Verkondig de boodschap, blijf aandringen, of het nu uitkomt of niet, wijs terecht, straf en vermaan met alle geduld dat het onderricht vereist. 3Want er komt een tijd dat de mensen de heilzame leer niet meer verdragen, maar leraren om zich heen verzamelen die aan hun verlangens tegemoet komen en hun naar de mond praten. (2 Tim. 4:2-3).
In dit tekst gedeelte zegt Paulus niet dat de verlangens die mensen hebben in het laatste der dagen verkeerd zijn maar dat het probleem is dat zij zich afhankelijk stellen van mensen die hen naar de mond praten in plaats van dat zij zich door gezond onderricht laten leiden.
Valse profeten en valse leraren maken gebruik van legitieme verlangens van mensen en spelen daarop in zodat zij hun eigen fragiele ego en gevoel van eigen waarde op kunnen krikken en of zich te goed kunnen doen aan het geld van de mensen en in sommige gevallen ook hun lichamen.
Het is daarom zo belangrijk dat we als gemeente een veilige omgeving scheppen waarbinnen we mensen helpen om hun identiteit zelf in christus te vinden zodat ze het niet buiten de gemeente bij allerlei mensen gaan zoeken die hen uiteindelijk gewoon gebruiken.
In een wereld waar mensen worden verwaarloosd als kind, aan verbaal geweld worden blootgesteld, worden gekleineerd, afgewezen en gebruikt zijn er velen op zoek naar een beetje bevestiging, liefde, warmte en zorg. Het is daarom belangrijk dat we mensen helpen om dit zelf bij Jezus te vinden zodat ze niet langer afhankelijk zijn van mensen als een bron van erkenning, waardering, emotionele warmte en liefde. Want alleen God kan onze diepste innerlijke leegte vullen. Helaas zijn er mensen die deze behoeften in mensen heel goed aanvoelen en proberen daarin te voorzien door in Gods naam mensen woorden van erkenning, waardering, emotionele warmte en liefde te geven. Dit is op zichzelf niet verkeerd want soms moeten we een tijdje via anderen Gods waarheid horen voor we het zelf kunnen oppakken. Het is echter wel verkeerd als wij mensen niet actief helpen om zelf hun vertrouwen op God te stellen en niet op de ‘profeet’ of ‘voorganger’. Als wij mensen aanmoedigen om in ruil voor de woorden van bevestiging en waardering ons financieel te steunen en hen minder aardig behandelen als zij dit niet doen dan zijn wij niets meer dan huurlingen.
Als profeten of leraren/voorgangers alleen woorden van bevestiging, waardering en liefde hebben voor mensen die hen naar de mond praten en mensen die de moed hebben om hen te vermanen of om kritische vragen stellen afwijzen met afwijzende of onaardige woorden dan zijn zij niet zoals Onze Hemelse Vader die goed doet aan alle mensen. Als iemand kritiek op zijn/haar bediening als een persoonlijke aanval en afwijzing beschouwd en reageerd met afwijzing, het onthouden van liefde en warmte, of woedend wordt en verbaal vergif spugt dan is het duidelijk dat het allemaal om hen draait en helemaal niet om Christus. Zij zijn niet vol van Hem maar vol van zichzelf - wolven in schaapkleding die zich te goed willen doen aan de schapen. Hoe mooi hun woorden ook mogen klinken - er cahter gaat groot kwaad schuil. Laten we onszelf niet voor de gek houden: De grootste heiden kan leren om in naam van God mooie woorden uit te spreken die aan de emotionele behoeften van de mensen tegemoet komen. Zelfs Satan heeft geleerd om zich als een engel van het licht voor te doen.
Uiteindelijk zijn mensen niet degenen die ze naar de buitenwereld toe profileren maar wie ze in hun hart zijn. Hoe zijn ze buiten het zicht van de mensen. Hoe gaan ze om met mensen die ze niet nodig denken te hebben? Pas op met mensen die het geestelijk gezag van gemeenteleiders ontkennen en of subtiel ondermijnen of omzeilen. Deze hebben vaak een verborgen agenda. Laten we onze gemeenteleden aanmoedigen om afhankelijk van Jezus te leven in daden van liefde en niet afhankelijk van mensen en de mooi klinkende woorden die zij namens God spreken maar voor hun eigen voordeel.
woensdag 8 juli 2015
donderdag 2 juli 2015
Bijbelse richtlijnen voor de evangelist/zendeling
Bijbelse richtlijnen voor de evangelist/zendeling en allen die met een oprecht hart de Here Jezus navolgen en een goede vertegenwoordiger van Hem willen zijn.
Romeinen 10:8-17
8Maar vervolgens zegt Mozes: ‘Het woord is dicht bij u, in uw mond en in uw hart’ – en dat betekent: de boodschap van het geloof die wij verkondigen, is dicht bij u. 9Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. 10Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. 11Want de Schrift zegt: ‘Wie in hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ 12En er is geen onderscheid tussen Joden en andere volken, want ze hebben allen dezelfde Heer. Hij geeft zijn rijke gaven aan allen die hem aanroepen, 13want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’
14Maar hoe kunnen ze hem aanroepen als ze niet in hem geloven? En hoe kunnen ze in hem geloven als ze niet over hem hebben gehoord? En hoe kunnen ze over hem horen als hij niet verkondigd wordt? 15En hoe kan iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden? Het is zoals geschreven staat: ‘Welkom zijn zij die goed nieuws verkondigen.’ 16Toch hebben slechts weinigen aan het evangelie gehoor gegeven, want Jesaja vraagt: ‘Heer, heeft iemand geloofd wat wij hebben gezegd?’ 17Dus door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus
Het woord (dat redding brengt) is dichtbij
Het woord komt dichtbij de mensen door de verkondiging van het evangelie en als mensen erkennen dat Jezus Heer is – dat is degene die gehoorzaamd en nagevolgd moet worden – en geloven in zijn dood en dat God Hem deed opstaan uit de dood – dan worden zij gered.
Hoe kunnen zij in hem geloven als ze niet over hem hebben gehoord?
De verkondiging van het goede nieuws, het evangelie, is de enige manier waardoor mensen tot geloof kunnen komen. Dit is daarom een eervolle en belangrijke taak. Zoals Paulus tegen Timotheus die eigenlijk schuw en verlegen was zei: “Doe het werk van een evangelist”. Laten we onze schroom, angs en andere barrieres overwinnen om deze nobele taak te verrichten. De ene persoon doet dit het makkelijkste in een persooonlijk gesprek, de ander in de vorm van (straat) prediking, weer een ander door zijn of haar getuigenis te delen met anderen, weer een ander door een lied, en ga zo maar door. Hoe we het doen maakt niet zo uit, maar wel dat we het doen, het maakt voor hen die gered worden een wereld van verschil!
Hoe kan iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden?
Niet iedereen is uitgezonden door Christus om het evangelie te verkondigen maar alleen zij die zelf zijn discipelen zijn en zijn authoriteit over hun leven erkennen en er zelf naar streven om alles wat Hij heeft onderwezen na te volgen: Mattheus 28:18-20. Mensen die niet zo leven moeten niet worden aangemoedigd of betrokken in evangelie verkondiging want wat zij met de mond verkondigen ondermijnen ze vervolgens door wat hun gedrag en daden verkondigen.
Toch hebben slechts weinigen aan het evangelie gehoor gegeven
Hoe graag God en ook wij zouden willen dat alle mensen gered worden moeten we accepteren dat dit niet de realiteit is. Reeds in de gelijkenis van de zaaier maakte Jezus dit duidelijk, slechts een klein deel van het zaad draagt vrucht. Niet zozeer zij die het woord horen, maar enkel zij die echt luisteren en gehoor geven aan het woord komen tot geloof. Zij die het woord afwijzen, wijzen niet zozeer ons af maar God af die tot hun harten spreekt terwijl wij het evangelie verkondigen. We moeten het dus niet als een persoonlijke afwijzing voelen als mensen het woord afwijzen en ons gekrenkt voelen maar we moeten met droefheid en bewogenheid gevuld worden en bidden dat God ze kansen blijft geven om zich te bekeren voor het te laat is.
Romeinen 12:14-18
14Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. 15Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft. 16Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. 17Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. 18Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.
Zegen uw vervolgers
Leven voor Christus in een gevallen wereld wekt weerstand en tegenstand op, helemaal als we het evangelie actief gaan uitdragen. De moeilijke mensen die op onze weg komen of ons tegen werken moeten we echter niet afwijzen of negatief behandelen of negatief over praten (vervloeken) maar hen zegenen, dat is het goede van God toe wensen. God heeft hen ook lief en wil hen redden en dat moet ook ons streven blijven.
Wees blij met wie zich verblijdt
Laten we mensen bevestigen en bemoedigen als ze ergens blij of gelukkig mee zijn en hen vooral niet afkraken of hun blijdschap ondermijnen door hen aan negatieve dingen die gebeurd zijn of zouden kunnen gebeuren te herinneren. Laten we ook niet jaloers zijn als iemand reden heeft om zich te verheugen. God zorgt toch voor ons, wij hoeven niet jaloers te zijn op wat een ander heeft en daarom zijn/haar vreugde te ondermijnen.
Heb verdriet met wie verdriet heeft
Het is zo makkelijk om iemand die verdriet heeft de rug toe te keren en net doen alsof we het niet zien omdat we niet door zijn/haar ‘negativiteit’ of ‘depressie’ willen worden beinvloed. Maar laten we eerlijk zijn, als Jezus niet uit zijn comfort zone in onze ellende was gekomen, waar zouden wij nu zijn? Laten we ons hart niet verharden voor wie (diep) verdriet hebben, ook niet als dit verdriet zich uit in boosheid, moeilijk gedrag en andere emotionele uitspattingen omdat de persoon overweldigd is door zijn/haar emoties. Laten we ons niet te snel afkeren of laten wegjagen maar laten we juist solidariteit tonen door bereid te zijn om voor hem/haar wat discomfort mee-te-lijden en zo goddelijk medelijden te tonen.
Wees eensgezind.....
We zijn met elkaar in dienst van Christus, latenw e daarom als een team samen werken met allen die vanuit een oprecht hart dezelfde doelen na streven, namelijk het betrouwbaar getuige zijn, de redding van mensen en in alles de eer van God. Laten we erkennen dat we allemaal verschillende gaven hebben en dat we samen meer kunnen bereiken dan alleen. We zijn tenslotte deel van een lichaam.
Dit betekend onder andere zoals Paulus vervolgens zegt: “wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid”, laten we gewoon doen en ons niet verheffen boven anderen maar erkennen dat geen van ons alle wijsheid in pacht heeft of alles alleen kan doen. “Ga niet af op uw eigen inzicht”, we moeten samen overleggen en zoeken naar Gods wil en leiding in gebed en het raadplegen van Zijn woord en er op vertrouwen dat als Jezus zegt dat waar 2 of 3 vergaderd zijn in zijn naam, Hij aanwezig is om ons te leiden door Zijn Geest.
Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen.
Waar mensen samen werken of met elkaar in contact staan, of het nu medegelovigen zijn om de mensen die we proberen te bereiken met het evangelie, er zullen dingen gedaan worden en gezegd worden die verkeerd zijn en ons kwetsen of teleurstellen. Laten we geen kwaad met kwaad vergelden door fysiek geweld te gebruiken of er mee te dreigen. Laten we geen verbaal geweld gebruiken in de vorm van lelijke, harde, persoon afbrekende, dreigende of intimiderende taal te gebruiken. Laten we geen kwaad met kwaad vergelden door mensen de rug toe te keren, in de steek te laten, het opgeven om met hen te werken. Hoeveel geduld heeft God met ons gehad? Hoeveel heeft Hij in liefde en met zachtmoedigheid en vergeving van ons verdragen? Laten we dus voor alle mensen het goede doen, voor zowel hen die makkelijk in de omgang zijn als zij die moeilijk in de omgang zijn. Voor mensen die ons altijd goed hebben behandeld en voor mensen die ons (in het verleden) slecht hebben behandeld.
Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.
Voor zover het van ons afhangt moeten we alles doen wat wij kunnen om met alle mensen in vrede te leven. Dat betekend niet dat je aan alles hoort toe te geven. Als mensen (bescherm)geld van je eisen of andere dingen van je vragen die jouw integriteit bedreigen of in jouw nadeel zijn moet je gewoon respectvol maar duidelijk nee zeggen. Je moet ook uit zelfbescherming bedreigende situaties uit de weg gaan. Je naaste lief hebben net zoveel als jezelf, maar niet meer dan jezelf. Tenslotte zijn we niemand iets verschuldigd dan hen lief te hebben, dat is met liefde, zorg en respect behandelen (Romeinen 13:8).
Het betekend ook dat waar wij dat kunnen het goed is als we ons zoveel mogelijk aanpassen aan de cultuur en leefwereld van hen die we proberen te bereiken. Dat is in taalgebruik, kleding en gebruiken zonder daarbij tegen ons geloof en geweten in te gaan en onze identiteit als kinderen van God schade toe te brengen:
1 Korintiërs 9:19-23
19Vrij als ik ben ten opzichte van iedereen, ben ik de slaaf van iedereen geworden om zo veel mogelijk mensen te winnen. 20Voor de Joden ben ik als een Jood geworden om hen te winnen. Ikzelf sta niet onder de Joodse wet, maar toch heb ik me eraan onderworpen om hen die er wel onder staan te winnen. 21En voor hen die niet onder de Joodse wet staan, ben ik als iemand geworden die de wet niet heeft, om hen te winnen. Dit betekent niet dat ik de wet van God heb losgelaten, maar dat ik mij heb onderworpen aan de wet van Christus. 22Voor de zwakken ben ik zwak geworden om hen te winnen. Ik ben voor iedereen wel íets geworden, om in elke situatie althans enkelen te redden. 23Ik doe alles voor het evangelie om ook zelf aan de beloften ervan deel te krijgen.
We zijn vrij en niet verplicht om anders te zijn dan we zijn. Echter vrijwillig en vanuit liefde kunnen we er voor kiezen om sommige vrijheden op te geven om anderen tegemoet te komen om hen zo te bereiken met het evangelie. We doen dit niet omdat wij de wetten en verwachtingen die zij op ons proberen te leggen erkennen als bindend voor ons maar we doen het puur vrijwillig vanuit de wet van Christus, vanuit naasteliefde, om hen te winnen voor Christus.
Praktisch kan dit betekenen dat we als Christen-vrouw in een moslim omgeving ons in een jurk en met een sluier of hoofddoek kleden. Het kan betekenen dat we in contact met hindoes geen rundvlees in hun nabijheid eten, in contact met moslims of joden geen varkensvlees en in contact met alcoholisten geen alcohol gebruiken. Als we echter weer thuis in eigen omgeving zijn kunnen we gewoon onszelf zijn en van de vrijheid die de wet van Christus ons geeft genieten. Het betekend ook dat we ons in taalgebruik aanpassen en moeite doen om termen, benamingen, gewoontes en tradities te vermijden die door mensen van een andere cultuur als kwetsend worden ervaren. We moeten zover het van ons afhangt hen geen enkel obstakel in de weg leggen waardoor zij niet meer naar onze boodschap willen luisteren maar er juist van worden afgeleid.
Tenslotte laten we in alles Christus gelijkvormig zijn en bovenal de liefde na streven (1 Cor 13, 14:1) en tonen en woorden en daden. Tenslotte is de religie die God goedkeurt is dat we niet wereldgelijkvormig zijn maar haar hebzucht, pronkzucht en zelfzucht maar omzien naar mensen in nood (Jakobus 1:26-27). Hierbij hebben we de hulp nodig van zijn Geest die ons maakt tot goede getuigen (hand 1:8) vol van goede karakter eigenschappen die Christus in ons zichtbaar maken voor de wereld om ons heen (Gal. 5:22-23).
Amen
Romeinen 10:8-17
8Maar vervolgens zegt Mozes: ‘Het woord is dicht bij u, in uw mond en in uw hart’ – en dat betekent: de boodschap van het geloof die wij verkondigen, is dicht bij u. 9Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. 10Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. 11Want de Schrift zegt: ‘Wie in hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ 12En er is geen onderscheid tussen Joden en andere volken, want ze hebben allen dezelfde Heer. Hij geeft zijn rijke gaven aan allen die hem aanroepen, 13want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’
14Maar hoe kunnen ze hem aanroepen als ze niet in hem geloven? En hoe kunnen ze in hem geloven als ze niet over hem hebben gehoord? En hoe kunnen ze over hem horen als hij niet verkondigd wordt? 15En hoe kan iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden? Het is zoals geschreven staat: ‘Welkom zijn zij die goed nieuws verkondigen.’ 16Toch hebben slechts weinigen aan het evangelie gehoor gegeven, want Jesaja vraagt: ‘Heer, heeft iemand geloofd wat wij hebben gezegd?’ 17Dus door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus
Het woord (dat redding brengt) is dichtbij
Het woord komt dichtbij de mensen door de verkondiging van het evangelie en als mensen erkennen dat Jezus Heer is – dat is degene die gehoorzaamd en nagevolgd moet worden – en geloven in zijn dood en dat God Hem deed opstaan uit de dood – dan worden zij gered.
Hoe kunnen zij in hem geloven als ze niet over hem hebben gehoord?
De verkondiging van het goede nieuws, het evangelie, is de enige manier waardoor mensen tot geloof kunnen komen. Dit is daarom een eervolle en belangrijke taak. Zoals Paulus tegen Timotheus die eigenlijk schuw en verlegen was zei: “Doe het werk van een evangelist”. Laten we onze schroom, angs en andere barrieres overwinnen om deze nobele taak te verrichten. De ene persoon doet dit het makkelijkste in een persooonlijk gesprek, de ander in de vorm van (straat) prediking, weer een ander door zijn of haar getuigenis te delen met anderen, weer een ander door een lied, en ga zo maar door. Hoe we het doen maakt niet zo uit, maar wel dat we het doen, het maakt voor hen die gered worden een wereld van verschil!
Hoe kan iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden?
Niet iedereen is uitgezonden door Christus om het evangelie te verkondigen maar alleen zij die zelf zijn discipelen zijn en zijn authoriteit over hun leven erkennen en er zelf naar streven om alles wat Hij heeft onderwezen na te volgen: Mattheus 28:18-20. Mensen die niet zo leven moeten niet worden aangemoedigd of betrokken in evangelie verkondiging want wat zij met de mond verkondigen ondermijnen ze vervolgens door wat hun gedrag en daden verkondigen.
Toch hebben slechts weinigen aan het evangelie gehoor gegeven
Hoe graag God en ook wij zouden willen dat alle mensen gered worden moeten we accepteren dat dit niet de realiteit is. Reeds in de gelijkenis van de zaaier maakte Jezus dit duidelijk, slechts een klein deel van het zaad draagt vrucht. Niet zozeer zij die het woord horen, maar enkel zij die echt luisteren en gehoor geven aan het woord komen tot geloof. Zij die het woord afwijzen, wijzen niet zozeer ons af maar God af die tot hun harten spreekt terwijl wij het evangelie verkondigen. We moeten het dus niet als een persoonlijke afwijzing voelen als mensen het woord afwijzen en ons gekrenkt voelen maar we moeten met droefheid en bewogenheid gevuld worden en bidden dat God ze kansen blijft geven om zich te bekeren voor het te laat is.
Romeinen 12:14-18
14Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. 15Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft. 16Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. 17Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. 18Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.
Zegen uw vervolgers
Leven voor Christus in een gevallen wereld wekt weerstand en tegenstand op, helemaal als we het evangelie actief gaan uitdragen. De moeilijke mensen die op onze weg komen of ons tegen werken moeten we echter niet afwijzen of negatief behandelen of negatief over praten (vervloeken) maar hen zegenen, dat is het goede van God toe wensen. God heeft hen ook lief en wil hen redden en dat moet ook ons streven blijven.
Wees blij met wie zich verblijdt
Laten we mensen bevestigen en bemoedigen als ze ergens blij of gelukkig mee zijn en hen vooral niet afkraken of hun blijdschap ondermijnen door hen aan negatieve dingen die gebeurd zijn of zouden kunnen gebeuren te herinneren. Laten we ook niet jaloers zijn als iemand reden heeft om zich te verheugen. God zorgt toch voor ons, wij hoeven niet jaloers te zijn op wat een ander heeft en daarom zijn/haar vreugde te ondermijnen.
Heb verdriet met wie verdriet heeft
Het is zo makkelijk om iemand die verdriet heeft de rug toe te keren en net doen alsof we het niet zien omdat we niet door zijn/haar ‘negativiteit’ of ‘depressie’ willen worden beinvloed. Maar laten we eerlijk zijn, als Jezus niet uit zijn comfort zone in onze ellende was gekomen, waar zouden wij nu zijn? Laten we ons hart niet verharden voor wie (diep) verdriet hebben, ook niet als dit verdriet zich uit in boosheid, moeilijk gedrag en andere emotionele uitspattingen omdat de persoon overweldigd is door zijn/haar emoties. Laten we ons niet te snel afkeren of laten wegjagen maar laten we juist solidariteit tonen door bereid te zijn om voor hem/haar wat discomfort mee-te-lijden en zo goddelijk medelijden te tonen.
Wees eensgezind.....
We zijn met elkaar in dienst van Christus, latenw e daarom als een team samen werken met allen die vanuit een oprecht hart dezelfde doelen na streven, namelijk het betrouwbaar getuige zijn, de redding van mensen en in alles de eer van God. Laten we erkennen dat we allemaal verschillende gaven hebben en dat we samen meer kunnen bereiken dan alleen. We zijn tenslotte deel van een lichaam.
Dit betekend onder andere zoals Paulus vervolgens zegt: “wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid”, laten we gewoon doen en ons niet verheffen boven anderen maar erkennen dat geen van ons alle wijsheid in pacht heeft of alles alleen kan doen. “Ga niet af op uw eigen inzicht”, we moeten samen overleggen en zoeken naar Gods wil en leiding in gebed en het raadplegen van Zijn woord en er op vertrouwen dat als Jezus zegt dat waar 2 of 3 vergaderd zijn in zijn naam, Hij aanwezig is om ons te leiden door Zijn Geest.
Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen.
Waar mensen samen werken of met elkaar in contact staan, of het nu medegelovigen zijn om de mensen die we proberen te bereiken met het evangelie, er zullen dingen gedaan worden en gezegd worden die verkeerd zijn en ons kwetsen of teleurstellen. Laten we geen kwaad met kwaad vergelden door fysiek geweld te gebruiken of er mee te dreigen. Laten we geen verbaal geweld gebruiken in de vorm van lelijke, harde, persoon afbrekende, dreigende of intimiderende taal te gebruiken. Laten we geen kwaad met kwaad vergelden door mensen de rug toe te keren, in de steek te laten, het opgeven om met hen te werken. Hoeveel geduld heeft God met ons gehad? Hoeveel heeft Hij in liefde en met zachtmoedigheid en vergeving van ons verdragen? Laten we dus voor alle mensen het goede doen, voor zowel hen die makkelijk in de omgang zijn als zij die moeilijk in de omgang zijn. Voor mensen die ons altijd goed hebben behandeld en voor mensen die ons (in het verleden) slecht hebben behandeld.
Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.
Voor zover het van ons afhangt moeten we alles doen wat wij kunnen om met alle mensen in vrede te leven. Dat betekend niet dat je aan alles hoort toe te geven. Als mensen (bescherm)geld van je eisen of andere dingen van je vragen die jouw integriteit bedreigen of in jouw nadeel zijn moet je gewoon respectvol maar duidelijk nee zeggen. Je moet ook uit zelfbescherming bedreigende situaties uit de weg gaan. Je naaste lief hebben net zoveel als jezelf, maar niet meer dan jezelf. Tenslotte zijn we niemand iets verschuldigd dan hen lief te hebben, dat is met liefde, zorg en respect behandelen (Romeinen 13:8).
Het betekend ook dat waar wij dat kunnen het goed is als we ons zoveel mogelijk aanpassen aan de cultuur en leefwereld van hen die we proberen te bereiken. Dat is in taalgebruik, kleding en gebruiken zonder daarbij tegen ons geloof en geweten in te gaan en onze identiteit als kinderen van God schade toe te brengen:
1 Korintiërs 9:19-23
19Vrij als ik ben ten opzichte van iedereen, ben ik de slaaf van iedereen geworden om zo veel mogelijk mensen te winnen. 20Voor de Joden ben ik als een Jood geworden om hen te winnen. Ikzelf sta niet onder de Joodse wet, maar toch heb ik me eraan onderworpen om hen die er wel onder staan te winnen. 21En voor hen die niet onder de Joodse wet staan, ben ik als iemand geworden die de wet niet heeft, om hen te winnen. Dit betekent niet dat ik de wet van God heb losgelaten, maar dat ik mij heb onderworpen aan de wet van Christus. 22Voor de zwakken ben ik zwak geworden om hen te winnen. Ik ben voor iedereen wel íets geworden, om in elke situatie althans enkelen te redden. 23Ik doe alles voor het evangelie om ook zelf aan de beloften ervan deel te krijgen.
We zijn vrij en niet verplicht om anders te zijn dan we zijn. Echter vrijwillig en vanuit liefde kunnen we er voor kiezen om sommige vrijheden op te geven om anderen tegemoet te komen om hen zo te bereiken met het evangelie. We doen dit niet omdat wij de wetten en verwachtingen die zij op ons proberen te leggen erkennen als bindend voor ons maar we doen het puur vrijwillig vanuit de wet van Christus, vanuit naasteliefde, om hen te winnen voor Christus.
Praktisch kan dit betekenen dat we als Christen-vrouw in een moslim omgeving ons in een jurk en met een sluier of hoofddoek kleden. Het kan betekenen dat we in contact met hindoes geen rundvlees in hun nabijheid eten, in contact met moslims of joden geen varkensvlees en in contact met alcoholisten geen alcohol gebruiken. Als we echter weer thuis in eigen omgeving zijn kunnen we gewoon onszelf zijn en van de vrijheid die de wet van Christus ons geeft genieten. Het betekend ook dat we ons in taalgebruik aanpassen en moeite doen om termen, benamingen, gewoontes en tradities te vermijden die door mensen van een andere cultuur als kwetsend worden ervaren. We moeten zover het van ons afhangt hen geen enkel obstakel in de weg leggen waardoor zij niet meer naar onze boodschap willen luisteren maar er juist van worden afgeleid.
Tenslotte laten we in alles Christus gelijkvormig zijn en bovenal de liefde na streven (1 Cor 13, 14:1) en tonen en woorden en daden. Tenslotte is de religie die God goedkeurt is dat we niet wereldgelijkvormig zijn maar haar hebzucht, pronkzucht en zelfzucht maar omzien naar mensen in nood (Jakobus 1:26-27). Hierbij hebben we de hulp nodig van zijn Geest die ons maakt tot goede getuigen (hand 1:8) vol van goede karakter eigenschappen die Christus in ons zichtbaar maken voor de wereld om ons heen (Gal. 5:22-23).
Amen
woensdag 24 juni 2015
Neem je kruis op en volg Jezus
24Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en mij volgen. 25Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden. 26Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als hij er het leven bij inschiet? Wat zou een mens niet overhebben voor zijn leven? 27Wanneer de Mensenzoon komt, in gezelschap van zijn engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader, dan zal hij iedereen naar zijn daden belonen.
(Matt. 16:24-27)
Ons kruis opnemen en Jezus navolgen is iets wat we actief moeten doen. Het betekend in de dagelijkse praktijk dat we steeds meer onze zin onderwerpen in gehoorzaamheid aan Christus en aan Zijn onderwijs. We kiezen ervoor om dingen te doen of te laten, uit te spreken of juist niet omwille van Christus. Dit gaat niet vanzelf het is een strijd waarbij we ons eigen vlees onderwerpen in zelfbeheersing door de kracht van Gods Geest in ons. Het is een strijd omdat we tegen het gedachtengoed en de weg van de wereld in gaan. Het is ook een strijd omdat w etegen satan zelf en zijn vurige pijlen van verleiding en verzoeking in gaan. Door zo te leven worden wij minder en wordt Jezus meer in ons. En toch gaat het niet ten koste van ons want in Christus worden wij zelf meer de mens zoals wij bedoeld zijn. Wie zijn leven verlies in overgave aan Christus vindt juist volheid van leven in Hem. Reeds in onze harten in het heden en op de dag dat Hij terug komt in alles. Dan worden zelfs onze stervelijke tot zonde geneigde en aan de dood onderhevige lichamen veranderd en geestelijk, heilig en onstervelijk gemaakt.
(Matt. 16:24-27)
Ons kruis opnemen en Jezus navolgen is iets wat we actief moeten doen. Het betekend in de dagelijkse praktijk dat we steeds meer onze zin onderwerpen in gehoorzaamheid aan Christus en aan Zijn onderwijs. We kiezen ervoor om dingen te doen of te laten, uit te spreken of juist niet omwille van Christus. Dit gaat niet vanzelf het is een strijd waarbij we ons eigen vlees onderwerpen in zelfbeheersing door de kracht van Gods Geest in ons. Het is een strijd omdat we tegen het gedachtengoed en de weg van de wereld in gaan. Het is ook een strijd omdat w etegen satan zelf en zijn vurige pijlen van verleiding en verzoeking in gaan. Door zo te leven worden wij minder en wordt Jezus meer in ons. En toch gaat het niet ten koste van ons want in Christus worden wij zelf meer de mens zoals wij bedoeld zijn. Wie zijn leven verlies in overgave aan Christus vindt juist volheid van leven in Hem. Reeds in onze harten in het heden en op de dag dat Hij terug komt in alles. Dan worden zelfs onze stervelijke tot zonde geneigde en aan de dood onderhevige lichamen veranderd en geestelijk, heilig en onstervelijk gemaakt.
woensdag 17 juni 2015
JIHAD
2 Cor 10:3-5
3We leven wel in deze wereld, maar vechten niet met de wapens van deze wereld. 4De wapens waarmee wij ten strijde trekken dienen niet ons eigen belang, maar zijn er om met hun kracht bolwerken te slechten voor God. We halen spitsvondigheden neer 5en iedere verschansing die wordt opgetrokken tegen de kennis van God, we maken iedere gedachte krijgsgevangene om haar aan Christus te onderwerpen.
1 Tim. 6:11-14
11Maar jij, een dienaar van God, moet je hier verre van houden. Streef naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid. 12Strijd de goede strijd van het geloof, win het eeuwige leven waartoe je geroepen bent en waarvan je in aanwezigheid van velen zo’n krachtig getuigenis hebt afgelegd. 13Ten overstaan van God, die alles in leven houdt, en Christus Jezus, die voor Pontius Pilatus een krachtig getuigenis heeft afgelegd, draag ik je op 14je taak vlekkeloos en onberispelijk uit te voeren, totdat onze Heer Jezus Christus verschijnt
God wil dat we onze wapens opnemen om samen met hem kunnen strijden in zijn JIHAD, zijn Heilige Oorlog in deze wereld.
Het is niet een oorlog die gestreden wordt met menselijke wapens zoals de Islamitische Staat dat doet, of the Hindu extremisten in India, de Boeddistische extremisten in Myanmar en de pseudo-christenen in North Ierland. Gods strijd is een geestelijke strijd die gevoerd wordt met geestelijke wapens. Het is het doorbreken van Zijn Koninkrijk in deze wereld, het aanteken van zijn licht in een voorheen duistere wereld. En wij zelf zijn fakkel dragers van zijn vuur, wij schijnen als lichtende sterren, wij strijden mee in de goede strijd. Een strijd niet tegen mensen maar juist voor alle mensen om hen te wijzen op Christus zodat zij gered, hersteld en tot hun heerlijke bestemming kunnen komen samen met ons. Het is een strijd waarvan de Bijbel zegt dat deze gevoerd wordt door onze menselijke vijanden lief te hebben, onze vervolgers te zegenen en goed te doen aan alle mensen. Zij zijn ten slotte degenen die we willen redden.
- Het is een strijd die we voeren door elke gelegenheid te gebuiken om goed te doen aan alle mensen, in het bijzonder onze geloofsgenoten, maar tevens elk ander. Wij doen goed en vermijden het kwaad, niet alleen omdat zo leven goed ne gezond voor ons is, maar omdat het anderen helpt te zien wie Christus is.
- Elke daad van liefde, goedheid, eerlijkheid, nederigheid, dienstbaarheid, vrijgevigheid, gerechtigheid en hulp is een daad van ons licht laten schijnen en daardoor tevens een aanval op het koninkrijk van duisternis wat moet wijken voor dat licht. Het zijn daden die God eer geven en getuigen van Zijn karakter en Christus laten zien in een wereld die Hem anders niet kan ontmoeten.
- Zo te leven in een gevallen wereld is een belangrijke maar zeker niet altijd eenvoudige strijd. Het is wel een strijd die we moeten blijven volhouden ook als het niet gewaardeerd wordt door de mensen om ons heen, ook als het wordt bespot, besmeurd, in twijfel wordt getrokken of tegen wordt gewerkt. Laten we volharden in het geloof en de zekerheid dat wij zelf sterker worden als wij de goede strijd blijven strijden en dat God vroeg of laat ons de zegen en oogst zal geven en ons zal belonen naar onze daden.
- Tegelijkertijd is de strijd die we voeren niet alleen maar zwaar, niet alleen kommer en kwel, want Jezus is bij ons, met ons, rondom ons en in ons en Hij wil ons vullen met de vreugde Zijn aanwezigheid. Een vreugde die samen gaat met diepe vrede en rust, een vreugde die samen gaat met de geborgenheid van het diep geworteld zijn in Zijn liefde. Een vreugde, vrede en liefde die zelfs beschikbaar in de meest zware tijden, in ons diepste lijden en grootste verdrukking.
3We leven wel in deze wereld, maar vechten niet met de wapens van deze wereld. 4De wapens waarmee wij ten strijde trekken dienen niet ons eigen belang, maar zijn er om met hun kracht bolwerken te slechten voor God. We halen spitsvondigheden neer 5en iedere verschansing die wordt opgetrokken tegen de kennis van God, we maken iedere gedachte krijgsgevangene om haar aan Christus te onderwerpen.
1 Tim. 6:11-14
11Maar jij, een dienaar van God, moet je hier verre van houden. Streef naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid. 12Strijd de goede strijd van het geloof, win het eeuwige leven waartoe je geroepen bent en waarvan je in aanwezigheid van velen zo’n krachtig getuigenis hebt afgelegd. 13Ten overstaan van God, die alles in leven houdt, en Christus Jezus, die voor Pontius Pilatus een krachtig getuigenis heeft afgelegd, draag ik je op 14je taak vlekkeloos en onberispelijk uit te voeren, totdat onze Heer Jezus Christus verschijnt
God wil dat we onze wapens opnemen om samen met hem kunnen strijden in zijn JIHAD, zijn Heilige Oorlog in deze wereld.
Het is niet een oorlog die gestreden wordt met menselijke wapens zoals de Islamitische Staat dat doet, of the Hindu extremisten in India, de Boeddistische extremisten in Myanmar en de pseudo-christenen in North Ierland. Gods strijd is een geestelijke strijd die gevoerd wordt met geestelijke wapens. Het is het doorbreken van Zijn Koninkrijk in deze wereld, het aanteken van zijn licht in een voorheen duistere wereld. En wij zelf zijn fakkel dragers van zijn vuur, wij schijnen als lichtende sterren, wij strijden mee in de goede strijd. Een strijd niet tegen mensen maar juist voor alle mensen om hen te wijzen op Christus zodat zij gered, hersteld en tot hun heerlijke bestemming kunnen komen samen met ons. Het is een strijd waarvan de Bijbel zegt dat deze gevoerd wordt door onze menselijke vijanden lief te hebben, onze vervolgers te zegenen en goed te doen aan alle mensen. Zij zijn ten slotte degenen die we willen redden.
- Het is een strijd die we voeren door elke gelegenheid te gebuiken om goed te doen aan alle mensen, in het bijzonder onze geloofsgenoten, maar tevens elk ander. Wij doen goed en vermijden het kwaad, niet alleen omdat zo leven goed ne gezond voor ons is, maar omdat het anderen helpt te zien wie Christus is.
- Elke daad van liefde, goedheid, eerlijkheid, nederigheid, dienstbaarheid, vrijgevigheid, gerechtigheid en hulp is een daad van ons licht laten schijnen en daardoor tevens een aanval op het koninkrijk van duisternis wat moet wijken voor dat licht. Het zijn daden die God eer geven en getuigen van Zijn karakter en Christus laten zien in een wereld die Hem anders niet kan ontmoeten.
- Zo te leven in een gevallen wereld is een belangrijke maar zeker niet altijd eenvoudige strijd. Het is wel een strijd die we moeten blijven volhouden ook als het niet gewaardeerd wordt door de mensen om ons heen, ook als het wordt bespot, besmeurd, in twijfel wordt getrokken of tegen wordt gewerkt. Laten we volharden in het geloof en de zekerheid dat wij zelf sterker worden als wij de goede strijd blijven strijden en dat God vroeg of laat ons de zegen en oogst zal geven en ons zal belonen naar onze daden.
- Tegelijkertijd is de strijd die we voeren niet alleen maar zwaar, niet alleen kommer en kwel, want Jezus is bij ons, met ons, rondom ons en in ons en Hij wil ons vullen met de vreugde Zijn aanwezigheid. Een vreugde die samen gaat met diepe vrede en rust, een vreugde die samen gaat met de geborgenheid van het diep geworteld zijn in Zijn liefde. Een vreugde, vrede en liefde die zelfs beschikbaar in de meest zware tijden, in ons diepste lijden en grootste verdrukking.
donderdag 11 juni 2015
De Geest en het woord in logos en rhema
Efeziers 5:15-20
15Let dus goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige mensen. 16Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd. 17Wees niet onverstandig, maar probeer te begrijpen wat de Heer wil. 18Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen 19en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer 20en dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus Christus.
Kolossenzen 3:12-17
12Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. 13Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. 14En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. 15Laat in uw hart de vrede van Christus heersen, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam. Wees ook dankbaar. 16Laat Christus’ woorden (logos) in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft. 17Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door hem.
Overdenking:
In deze twee brieven die gelijktijdig door Paulus zijn verstuurd moedigt Paulus de gelovigen in Kolosse en om vol van de Geest te zijn en om vol van het woord te zijn. Deze twee staan niet in tegenstelling zoals sommigen hebben gesuggereerd. In Johannes 1 lezen we dat Jezus is het woord (logos) van God de Vader. De Heilige Geest wijst ons op Jezus en Zijn onderwijs en brengt het ons weer in gedachten en overtuigd ons van de waarheid (Joh.15:26; 16:13-15). God de Vader, De Zoon en de Heilige Geest zijn samen een eenheid. We moeten ze niet van elkaar scheiden in ons beperkte denken.
Jezus kunnen we niet leren kennen dan door de verkondiging van het woord. Het woord kunnen we echter niet begrijpen of aanvaarden tenzij de Heilige Geest ons er in ons hart van overtuigd dat het woord waar is (Joh. 16:7-15). Het woord kunnen we alleen goed begrijpen als we Jezus het vleesgeworden woord aannemen in ons leven en discipelen, navolgers worden van zijn onderwijs (Mt. 28:19). Wij kunnen echter het onderwijs van Jezus alleen navolgen als de Heilige Geest ons innerlijk veranderd en geestelijk tot leven brengt, hetgeen we de wedergeboorte noemen. De Heilige Geest geeft ons ook de kracht zodat wij levende getuigen worden van het woord van God wat nu ook vlees wordt in ons (Hand. 1:8).
Dit demonstreerd gelijk ook dat het idee dat de logos refereerd naar het geschreven woord in de bijbel en rhema refereerd naar een door de Heilige Geest geinspireerd woord incorrect is. Jezus in wie God in al zijn volheid woont en die ons de Heilige Geest heeft gezonden is zelf de logos van God. Het griekse woord rhema/rhemata zoals het in het Nieuwe Testament wordt gebruikt refereerd naar een specifiek stukje onderwijs dat God tot ons spreekt door mensen heen in de Bijbel (Matt. 4:4) of in het onderwijs van Jezus (Johannes 6:63, 15:17; Ef. 5:25-26) of door zijn volgelingen in de evangelie verkondiging, onderwijs of boodschap die God door zijn Geest aan ons persoonlijk doorgeeft (Lukas 1:38; 2:29; 3:2). In Romeinen 10:17 wordt ‘rhema’ gebruikt voor de evangelie verkondiging waardoor mensen tot geloof komen en in Handelingen 11:16 voor het herinneren van iets wat Jezus had onderwezen. Johannes 14:26 zegt dat de Heilige Geest ons de woorden van Christus in herinnering brengt.
Het is duidelijk uit het bovenstaande dat ‘logos’ en ‘rhema’ in Bijbelse zin niet tegenover elkaar staan want de ‘rhema’ komt vauit Hem die de ‘logos’ is. Een ‘rhema’ van God zal dan ook nooit tegen Christus in gaan. We moeten daarom alles toetsen en het goede behouden (1 Thes. 5:21). In 2 Kor. 13:1 staat tevens dat elke uitspraak ‘rhema’ pas op basis van twee of drie getuigenverklaringen rechtsgeldig wordt.
Laten we ons daarom door de Heilige Geest inspireren en leiden en ons rijkelijk vullen met het onderwijs van Christus en van hieruit verkondigen, onderwijzen en zingen met de vreugde die de Heilige Geest ons geeft.
15Let dus goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige mensen. 16Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd. 17Wees niet onverstandig, maar probeer te begrijpen wat de Heer wil. 18Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen 19en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer 20en dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus Christus.
Kolossenzen 3:12-17
12Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. 13Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. 14En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. 15Laat in uw hart de vrede van Christus heersen, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam. Wees ook dankbaar. 16Laat Christus’ woorden (logos) in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft. 17Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door hem.
Overdenking:
In deze twee brieven die gelijktijdig door Paulus zijn verstuurd moedigt Paulus de gelovigen in Kolosse en om vol van de Geest te zijn en om vol van het woord te zijn. Deze twee staan niet in tegenstelling zoals sommigen hebben gesuggereerd. In Johannes 1 lezen we dat Jezus is het woord (logos) van God de Vader. De Heilige Geest wijst ons op Jezus en Zijn onderwijs en brengt het ons weer in gedachten en overtuigd ons van de waarheid (Joh.15:26; 16:13-15). God de Vader, De Zoon en de Heilige Geest zijn samen een eenheid. We moeten ze niet van elkaar scheiden in ons beperkte denken.
Jezus kunnen we niet leren kennen dan door de verkondiging van het woord. Het woord kunnen we echter niet begrijpen of aanvaarden tenzij de Heilige Geest ons er in ons hart van overtuigd dat het woord waar is (Joh. 16:7-15). Het woord kunnen we alleen goed begrijpen als we Jezus het vleesgeworden woord aannemen in ons leven en discipelen, navolgers worden van zijn onderwijs (Mt. 28:19). Wij kunnen echter het onderwijs van Jezus alleen navolgen als de Heilige Geest ons innerlijk veranderd en geestelijk tot leven brengt, hetgeen we de wedergeboorte noemen. De Heilige Geest geeft ons ook de kracht zodat wij levende getuigen worden van het woord van God wat nu ook vlees wordt in ons (Hand. 1:8).
Dit demonstreerd gelijk ook dat het idee dat de logos refereerd naar het geschreven woord in de bijbel en rhema refereerd naar een door de Heilige Geest geinspireerd woord incorrect is. Jezus in wie God in al zijn volheid woont en die ons de Heilige Geest heeft gezonden is zelf de logos van God. Het griekse woord rhema/rhemata zoals het in het Nieuwe Testament wordt gebruikt refereerd naar een specifiek stukje onderwijs dat God tot ons spreekt door mensen heen in de Bijbel (Matt. 4:4) of in het onderwijs van Jezus (Johannes 6:63, 15:17; Ef. 5:25-26) of door zijn volgelingen in de evangelie verkondiging, onderwijs of boodschap die God door zijn Geest aan ons persoonlijk doorgeeft (Lukas 1:38; 2:29; 3:2). In Romeinen 10:17 wordt ‘rhema’ gebruikt voor de evangelie verkondiging waardoor mensen tot geloof komen en in Handelingen 11:16 voor het herinneren van iets wat Jezus had onderwezen. Johannes 14:26 zegt dat de Heilige Geest ons de woorden van Christus in herinnering brengt.
Het is duidelijk uit het bovenstaande dat ‘logos’ en ‘rhema’ in Bijbelse zin niet tegenover elkaar staan want de ‘rhema’ komt vauit Hem die de ‘logos’ is. Een ‘rhema’ van God zal dan ook nooit tegen Christus in gaan. We moeten daarom alles toetsen en het goede behouden (1 Thes. 5:21). In 2 Kor. 13:1 staat tevens dat elke uitspraak ‘rhema’ pas op basis van twee of drie getuigenverklaringen rechtsgeldig wordt.
Laten we ons daarom door de Heilige Geest inspireren en leiden en ons rijkelijk vullen met het onderwijs van Christus en van hieruit verkondigen, onderwijzen en zingen met de vreugde die de Heilige Geest ons geeft.
maandag 8 juni 2015
Gedachten over trots en nederigheid
Als we aan trots denken krijgen we een plaatje in ons hoofd van opschepperige of arrogante mensen met een ik ben beter-dan-jij houding die zij baseren op hun uiterlijke schoonheid, bezit, rijkdom, succes of roem. De Bijbel zegt hierover dat God zulke mensen weerstaat en tegenwerkt totdat zij hun knie voor hem buigen en nederig en gehoorzaam leren leven (Luk. 8:14, Jak. 4:6; 1 Pet. 5:5). Als wij onszelf verhogen duwen we bewust of onbewust anderen omlaag. We stellen ons boven hen. Dit is in strijd met de naasteliefde We behandelen onze medemens dan niet meer net zo respectvol en zorgzaam als we onszelf behandelen.
Als volgelingen van Jezus worden we aangemoedigd om ons aan zijn gehele onderwijs te houden (Matt. 28:19) en van Hem te leren wat het betekend om zachtmoedig en nederig van hart te zijn (Matt. 11:28-30). Als we zo leven dan wordt ons hart met rust en vrede gevuld in plaats van de onrust en stress die voortkomt vanuit het voortdurend vergelijken met anderen en het zoeken naar erkenning en aanzien onder de mensen.
Nederigheid is een keuze om ons niet te verheffen boven andere mensen door te erkennen dat we met niets de wereld binnen zijn gekomen en dat alles wat wij hebben bereikt in het leven en alles wat wij hebben ontvangen of vergaart door Gods genade is. Vanuit zo’n houding verheffen wij ons niet boven anderen met een houding dat wij meer recht hebben op ons bezit en geluk dan andere mensen maar in liefde streven we er naar om net zo goed voor onze naaste te zorgen als dat wij voor onszelf zorgen. Deze Christus-gelijkvormige houding heeft onder andere ten grondslag gelegen aan ons sociale zorg system.
Nederigheid moeten we niet verwarren met het hebben van een laag zelfbeeld. Jezus wist heel goed wie Hij was maar toch was hij nederig. Je kan een heel laag zelfbeeld hebben en toch vol trost zijn als je bijvoorbeeld in je hart er van overtuigd bent dat je recht hebt op een betere behandeling dan andere mensen. Een laag zelfbeeld is eigenlijk een roep van een onvervuld hart die zegt ‘bevestig mij’, ‘waardeer mij’, ‘zie naar mij om’, ‘ik ben het ook waard om geliefd te zijn, aandacht te krijgen en zorg te ontvangen’. Dit verlangen is legitiem want elk mens is het waard om liefdevol, goed, respectvol en zorgzaam behandeld te worden maar we moeten de vervulling van dit verlangen niet bij mensen zoeken want dan gaan we teleurgesteld raken. Geen enkel mens is onfeilbaar of 100% betrouwbaar in het geven van de zorg, bevestiging, aandacht en waardering die wij nodig hebben.
Als we het van mensen gaan verwachten dan komt ook de angst om de hoek kijken. Als we onze innerlijke vervulling van mensen gaan verwachten dan worden we bang om uit de gunst te vallen, er niet bij te horen, afgewezen te worden enzovoorts. Vrees voor mensen spant een strik zegt de Bijbel. Het is ook een vorm van afgoderij want zowel de arrogante persoon als degene met een laagzelfbeeld probeert vervulling in mensen te vinden en niet in God. Dit brengt onrust en instabiliteit in ons leven want mensen zijn niet een onfeilbare of onuitputtelijke bron van liefde, zorg, erkenning, waardering en aandacht. Alleen God zelf is een 100% betrouwbare bron van het levengevende water van liefde die Hij in ons wil uitstorten door Zijn Geest (Rom. 5:5).
De voortdurende zoektocht naar liefde, zorg, erkenning, waardering en aandacht van mensen brengt oom mee dat we veel te veel op onszelf gericht worden. Hiermee doen we anderen tekort inclusief misschien onze partner of kinderen en geven we anderen niet de liefde, zorg, erkenning, waardering en aandacht die zij verdienen. In plaats van ons zelfbeeld te bouwen door steeds de aandacht op onszelf te vestigen moeten we juist sterven aan onszelf en op Christus gericht leren leven. Want juist als we onszelf verliezen in Hem vinden we onszelf terug, maar dan vervuld met Zijn liefde, zorg, erkenning, waardering en aandacht
God heeft ons naar Zijn beeld geschapen en als zodanig acht Hij ons zo waardevol dat Hij ons met niets en niemand wil delen (Gen. 1; Jak. 4:5). Hij heeft ook laten zien hoe Hij ons naar waarde schat door Zijn zoon voor ons te geven om ons vrij te kopen zodat we de zijne konden worden (Ef. 1:14). Omdat Hij ons waardeert is het irrelevant hoe anderen ons wel of niet waarderen. Hij is boven alles en Hij bepaald de werkelijke waarde van dingen en niet deze gevallen wereld en door zonde misleide mensheid. Hij heeft ons gewild al vanaf ons eerste begin (Ps. 139:13-18) en niet zozeer onze ouders, maar juist Hij ontving ons in deze wereld (Ps. 22:10-11).
Als we ons zelfbeeld op God zelf die de waarheid is bouwen, dan zijn we stabiel en sterk. Dan waarderen we onszelf ook als mensen dit niet doen. Dan leren we om onszelf genoeg te waarderen om onszelf niet door zonde laten verlagen maar lief te hebben door Christus na te volgen want dat is het beste wat wij verdienen omdat God ons daartoe heeft bestemd. Dan kunnen we in nederigheid verder gaan dan zelfgerichtheid en de belangen van anderen als hoger achten dan onszelf (Phil. 2:3). Niet omdat we vinden dat onze belangen er niet toe doen, maar omdat we er op vertrouwen dat God voor ons zal zorgen. We moeten niet meer denken van onszelf en ons verheffen boven anderen want zoals God ons in Zijn genade voorziet en waardeerd is genoeg voor ons en in dat licht mogen we onszelf en anderen positief en in liefde beoordelen (Romans 12:3).
Amen
Als volgelingen van Jezus worden we aangemoedigd om ons aan zijn gehele onderwijs te houden (Matt. 28:19) en van Hem te leren wat het betekend om zachtmoedig en nederig van hart te zijn (Matt. 11:28-30). Als we zo leven dan wordt ons hart met rust en vrede gevuld in plaats van de onrust en stress die voortkomt vanuit het voortdurend vergelijken met anderen en het zoeken naar erkenning en aanzien onder de mensen.
Nederigheid is een keuze om ons niet te verheffen boven andere mensen door te erkennen dat we met niets de wereld binnen zijn gekomen en dat alles wat wij hebben bereikt in het leven en alles wat wij hebben ontvangen of vergaart door Gods genade is. Vanuit zo’n houding verheffen wij ons niet boven anderen met een houding dat wij meer recht hebben op ons bezit en geluk dan andere mensen maar in liefde streven we er naar om net zo goed voor onze naaste te zorgen als dat wij voor onszelf zorgen. Deze Christus-gelijkvormige houding heeft onder andere ten grondslag gelegen aan ons sociale zorg system.
Nederigheid moeten we niet verwarren met het hebben van een laag zelfbeeld. Jezus wist heel goed wie Hij was maar toch was hij nederig. Je kan een heel laag zelfbeeld hebben en toch vol trost zijn als je bijvoorbeeld in je hart er van overtuigd bent dat je recht hebt op een betere behandeling dan andere mensen. Een laag zelfbeeld is eigenlijk een roep van een onvervuld hart die zegt ‘bevestig mij’, ‘waardeer mij’, ‘zie naar mij om’, ‘ik ben het ook waard om geliefd te zijn, aandacht te krijgen en zorg te ontvangen’. Dit verlangen is legitiem want elk mens is het waard om liefdevol, goed, respectvol en zorgzaam behandeld te worden maar we moeten de vervulling van dit verlangen niet bij mensen zoeken want dan gaan we teleurgesteld raken. Geen enkel mens is onfeilbaar of 100% betrouwbaar in het geven van de zorg, bevestiging, aandacht en waardering die wij nodig hebben.
Als we het van mensen gaan verwachten dan komt ook de angst om de hoek kijken. Als we onze innerlijke vervulling van mensen gaan verwachten dan worden we bang om uit de gunst te vallen, er niet bij te horen, afgewezen te worden enzovoorts. Vrees voor mensen spant een strik zegt de Bijbel. Het is ook een vorm van afgoderij want zowel de arrogante persoon als degene met een laagzelfbeeld probeert vervulling in mensen te vinden en niet in God. Dit brengt onrust en instabiliteit in ons leven want mensen zijn niet een onfeilbare of onuitputtelijke bron van liefde, zorg, erkenning, waardering en aandacht. Alleen God zelf is een 100% betrouwbare bron van het levengevende water van liefde die Hij in ons wil uitstorten door Zijn Geest (Rom. 5:5).
De voortdurende zoektocht naar liefde, zorg, erkenning, waardering en aandacht van mensen brengt oom mee dat we veel te veel op onszelf gericht worden. Hiermee doen we anderen tekort inclusief misschien onze partner of kinderen en geven we anderen niet de liefde, zorg, erkenning, waardering en aandacht die zij verdienen. In plaats van ons zelfbeeld te bouwen door steeds de aandacht op onszelf te vestigen moeten we juist sterven aan onszelf en op Christus gericht leren leven. Want juist als we onszelf verliezen in Hem vinden we onszelf terug, maar dan vervuld met Zijn liefde, zorg, erkenning, waardering en aandacht
God heeft ons naar Zijn beeld geschapen en als zodanig acht Hij ons zo waardevol dat Hij ons met niets en niemand wil delen (Gen. 1; Jak. 4:5). Hij heeft ook laten zien hoe Hij ons naar waarde schat door Zijn zoon voor ons te geven om ons vrij te kopen zodat we de zijne konden worden (Ef. 1:14). Omdat Hij ons waardeert is het irrelevant hoe anderen ons wel of niet waarderen. Hij is boven alles en Hij bepaald de werkelijke waarde van dingen en niet deze gevallen wereld en door zonde misleide mensheid. Hij heeft ons gewild al vanaf ons eerste begin (Ps. 139:13-18) en niet zozeer onze ouders, maar juist Hij ontving ons in deze wereld (Ps. 22:10-11).
Als we ons zelfbeeld op God zelf die de waarheid is bouwen, dan zijn we stabiel en sterk. Dan waarderen we onszelf ook als mensen dit niet doen. Dan leren we om onszelf genoeg te waarderen om onszelf niet door zonde laten verlagen maar lief te hebben door Christus na te volgen want dat is het beste wat wij verdienen omdat God ons daartoe heeft bestemd. Dan kunnen we in nederigheid verder gaan dan zelfgerichtheid en de belangen van anderen als hoger achten dan onszelf (Phil. 2:3). Niet omdat we vinden dat onze belangen er niet toe doen, maar omdat we er op vertrouwen dat God voor ons zal zorgen. We moeten niet meer denken van onszelf en ons verheffen boven anderen want zoals God ons in Zijn genade voorziet en waardeerd is genoeg voor ons en in dat licht mogen we onszelf en anderen positief en in liefde beoordelen (Romans 12:3).
Amen
vrijdag 8 mei 2015
Een God die Zijn vijanden liefheeft
Als christenen is het belangrijk dat we voor ogen houden dat we een God dienen die Zijn vijanden liefheeft en alles heeft gedaan en nog doet om verzoening mogelijk te maken. Zeker in tijden van verdrukking of tegenstand is dat belangrijk om tot ons door te laten dringen. God heeft de hele wereld liefgehad, inclusief allen die zich van Hem af blijven keren (Joh. 3:16). Geduldig blijft Hij hen door ons heen uitnodigen om zich te bekeren. Hij nodigt ieder uit om zijn/haar wissel om te zetten en van spoor te veranderen zodat zij hun heerlijke door God voorbereide bestemming kunnen bereiken. Weg van het spoor van een zelfzuchtige op geld en bezit beluste wereld op weg naar vernietiging (1 Tim. 6:9-10). God is niet blij met de dood van wie Hem niet navolgen en heeft veel liever dat zij op het rechte spoor komen (Ezechiel 18:23, 2 Peter 3:9). We dienen dus een God die zijn vijanden liefheeft en voortdurend verzoening aanbiedt (Ro. 5:10).
Oog om oog en tand om tand zoals we in andere religies en wetssystemen vinden komt niet in de buurt van de gerechtigheid van Gods wet van liefde. Wij die Hem navolgen horen volgens Zijn wet te leven en door goed te doen aan wie ons tegenwerken of belagen tonen dat we kinderen van God zijn (Matt. 5:43-48).
Oog om oog en tand om tand zoals we in andere religies en wetssystemen vinden komt niet in de buurt van de gerechtigheid van Gods wet van liefde. Wij die Hem navolgen horen volgens Zijn wet te leven en door goed te doen aan wie ons tegenwerken of belagen tonen dat we kinderen van God zijn (Matt. 5:43-48).
Abonneren op:
Posts (Atom)