zondag 30 november 2014

Jona en Jihad (Heilige Oorlog)

Jona 1:1-3

1 Eens richtte de HEER zich tot Jona, de zoon van Amittai: 2 ‘Maak je gereed en ga naar Nineve, die grote stad, om haar aan te klagen, want het kwaad dat ze daar doen is ten hemel schreiend.’ 3 En Jona maakte zich gereed, maar vluchtte naar Tarsis, weg van de HEER. Hij ging naar Jafo en vond er een schip met bestemming Tarsis. Hij betaalde de overtocht en ging aan boord om mee te varen naar Tarsis, weg van de HEER.

Jona 4:2 Hij bad tot de HEER: ‘Ach HEER, heb ik het niet gezegd toen ik nog thuis was? Daarom wilde ik naar Tarsis vluchten. Ik wist het wel: u bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid.

Jona 4:10-11 Toen zei de HEER: ‘Als jij al verdriet hebt om die wonderboom, waar jij geen enkele moeite voor hebt hoeven doen en die jij niet hebt laten groeien, een plant die in één nacht opkwam en in één nacht verging, 11 zou ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad, waar meer dan honderdtwintigduizend mensen wonen die het verschil tussen links en rechts niet eens kennen, en dan nog al die dieren?’


Het verhaal van Jona is zo bekend vanwege de episode die gaat over zijn verblijf in de buik van een grote vis. Mensen staren zich zo blind op Jona in de walvis of grote vis dat ze de moraal van het verhaal missen.

Jona was een profeet in Israel toen dit volk zich zag als het speciale uitverkoren volk van God. Alle andere volken waren buitenstaanders. Heidenen die maar 1 ding verdienden: hun ondergang.

God dacht hier zelf duidelijk anders over. Hij gaf Jona de opdracht om de inwoners van de stad Nineveh, notabene een vijand van Israel te waarschuwen dat zij gestraft zullen worden om/door hun slechte daden. Jona kende God duidelijk als een liefdevolle en genadige God en beseft gelijk dat God hem naar Nineveh stuurde om de inwoners te helpen om tot inkeer te komen en gered te worden van hun ondergang. Dit paste niet in Jona's nationalistische en ethnocentrische filosofie van 'Israel uber alles' en hij gaat er vandoor. Hij geeft dit toe in Jona 4:2.

Het verhaal eindigd met de boodschap dat God helemaal niet blij is met de ondergang van de goddelozen en er verdriet van heeft. Hieruit wordt duidelijk dat God de hele wereld lief heeft en wil dat we net als hij in liefde uitreiken naar alle volken, inclusief de vijanden van onze cultuur en staat.

Jona is daarmee een kritiek op het begrip van de heilige oorlog tegen de heidenen.

Een paar honderd jaar later bevestigd Jezus dit in zijn onderwijs 'heb je vijanden lief en doe goed aan wie je haten'.

dinsdag 18 november 2014

Vergeld geen kwaad met kwaad

Rom. 12:17-19a 17 Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. 18 Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven. 19 Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters.

Of het nu gaat om persoonlijk onrecht of om sociaal onrecht wat ons wordt aangedaan (zoals racisme, economische onderdrukking of discriminatie) laten we het voorbeeld van Christus volgen. Laten we geen wraak nemen en kwaad met kwaad beantwoorden. Dan laten we zien dat we werkelijk Hem navolgen.

woensdag 12 november 2014

Vervolging in de kerk

“Ik heb een hekel aan je huichelachtige goed-doener! Denk je dat ik je niet door heb? Al die goede dingen die je doet doe je alleen maar voor jezelf, zodat mensen je aardig vinden en je ze op die manier mensen naar je hand te zetten! Ik ben tenminste eerlijk. Ik leef voor mijzelf en mijn eigen plezier, wat kan mij de rest van de wereld schelen!”

Paulus schrijft in zijn tweede brief aan Timotheus dat als je consistent in navolging van Jezus en in eenheid met Hem wil leven je tegenstand zal ondervinden: 2 Tim.3:12 Allen die oprecht en in eenheid met Christus Jezus willen leven, zullen worden vervolgd. Vaak denken we bij vervolging alleen aan de weerstand van politieke en religieuse overheden. We denken dan aan de vroege christenen die voor de leeuwen werden geworpen, de protestantse gelovigen die werden verbrand op de brandstapel door de katholieke inquisitie of aan hen die in gevangenissen en strafkampen werden opgesloten onder het politiek atheisme in een aantal communistische landen. Echter veel vervolging is van veel meer subtiele aard. Vaak komt het gewoon in de vorm van tegenwerking door bijvoorbeeld het weigeren van medewerking of hulp. Het gebeurd ook door het ondermijnen en in twijfel trekken van het goede wat je doet. Het gebeurd ook door het in twijfel trekken van je integriteit. Meestal gebeurd dit stiekem achter de schermen en heeft niet iedereen het gelijk door. Maar soms komt het aan het licht als iemand in boosheid je openlijk aanvalt zoals mij recent is overkomen.

Nu zou je denken dat zo’n iemand een anti-christelijk persoon is. Het tegendeel is echter waar. Deze persoon gaat vrijwel elke zondag naar een christelijke samenkomst, zingt christelijke liederen, luisterd naar de preek en wordt door veel mensen als een goede gelovige beschouwd. De persoon heeft echter een hele grote hekel aan mensen die consistent in navolging van Jezus proberen te leven. Het lijkt er zelfs op dat de persoon in kwestie gewoon niet kan geloven dat sommige mensen dat oprecht willen doen.  Het is in de ogen van zulke personen ondenkbaar dat je niet zoals zij voornamelijk voor eigen gewin leeft en zij concluderen dan dat je dan manipulatief bent en door goed te doen macht probeert uit te oefenen. Hun innerlijke bril van wantrouwen en ongeloof praat hun eigen huichelachtige gedrag goed en trekt de integriteit van mensen die echt consistent Christus proberen na te volgen in twijfel.

Voor iemand als ik die het liefst het mensen naar de zin maakt en bij voorkeur alle conflict probeer te vermijden vind ik het heel moeilijk om met zulke mensen om te gaan. Deels is dat omdat ze niet 100% ongelijk hebben. Ik vind het fijn om aardig gevonden te worden, wie niet? Alleen is het niet waar dat ik aardig gevonden wil worden om zo mensen naar mijn hand te kunnen zetten. Ik wil graag aardig gevonden worden omdat ik hou van mensen en graag goede relaties onderhou met mensen. Toch zal ik moeten leren accepteren dat als de aanwezigheid van Jezus in al zijn liefde en perfectie als een levende veroordeling werd ervaren van hun slechte levenswandel, dit ook geldt voor zijn oprechte volgelingen. Als Hij al weerstand en woede bij een aantal mensen opwekte, dan zal het voor ons die Hem proberen na te volgen het niet anders zal zijn. Maar ik denk niet dat Hij blij was met die weerstand en zo hoef ik het ook niet fijn te vinden. Daarom moeten we blijven bidden voor wie ons vervolgen, zegenen wie ons vervloeken, en goed blijven doen aan wie ons haten (Lukas 6:27-28). Want eigenlijk is het heel erg verdrietig als mensen zo duister zijn geworden van binnen. Alleen door onszelf vast te houden aan wie we zijn in Christus en ons niet te laten verleiden om te stoppen met zegenen, te bidden en goed te blijven doen totdat de harde muren van hun hart neer vallen zoals eens de muren van Jericho neerkwamen.

vrijdag 7 november 2014

Liefde bant de angst uit

1 Johannes 4:18

De liefde laat geen ruimte voor angst; volmaakte liefde sluit angst uit, want angst veronderstelt straf. In iemand die angst kent, is de liefde (nog) geen (volledige) werkelijkheid geworden.

De God van het Christendom verandert mensen door ze uit te nodigen om bij Hem te komen en Hem vrijwillig na te volgen omdat dit het beste voor ons is. Daarmee laat Hij zijn liefde en waardering voor elk mens zien. Vanuit Zijn liefde benaderd Hij ons vol zachtmoedigheid en respect. Hij wijst ons wel op de gevaren van een zondige levensstijl en op het uiteindelijke gevolg daarvan, niet als pressie middel maar om ons te helpen de waarheid te zien zodat we beter geinformeerd onze keuze kunnen maken. De Christelijke God gebruikt geen macht of de dreiging van straf om ons te dwingen ons aan zijn normen te houden want Hij wil geen slaven maar vrienden. De geest van de wereld is echter geheel anders. Deze gebruikt dwangmiddelen om mensen haar normen op te leggen. Soms zijn deze subtiel in de vorm van positieve manipulatie door middel van beloning, waardering, erkenning en andere vormen van bevestiging zodat we ons blijven conformeren. Soms zijn het negatieve sancties in de vorm van afwijzing, kwaadsprekerij, sociale isolatie en andere subtiele straffen om ons te dwingen om ons te conformeren, Soms is het veel minder subtiel en zijn zowel de beloningen en straffen openlijk en onverbiddelijk. Zo gaat God niet met mensen om en zo hoort het ook niet in Zijn gezin, de gemeente te gaan. Het vooruitzicht van mogelijke veroordeling, dwang en straf creert een atmosfeer van angst en wantrouwen, Echter in een atmosfeer van acceptatie en respect kunnen we samen in liefde groeien.

woensdag 5 november 2014

'Indien u zijn (liefdevolle) stem hoort, verhard uw harten niet zoals gebeurd als mensen verbitterd worden in tijden van moeilijkheden en verzoeking'

Hebr. 3:7-8

Hoewel bewogenheid en het tonen van emotionele warmte universeel in vrijwel alle culturen wordt gewaardeerd is er ook een groep mensen die hier helaas heel anders naar kijkt. Opgegroeid in een omgeving vol pijn en verdriet, onvoorspelbaarheid, onmacht, verlies, boosheid en teleurstelling hebben ze een wantrouwen en een hardheid ontwikkeld om zich emotioneel te beschermen tegen nog meer teleurstelling, lijden en pijn. Omdat ze zich niet kwetsbaar en open op kunnen stellen naar andere mensen toe zijn ze niet in staat om gezonde relaties aan te gaan. Om niet geheel te vereenzamen en om te overleven tussen de mensen hebben ze geleerd om anderen te manipuleren om zo toch hun zin te krijgen. Als zulke mensen in aanraking komen met emotionele warmte, onbaatzuchtige liefde, bewogenheid en vriendelijkheid is dat voor hen een bedreiging. Het aangeleerde wantrouwen zegt ‘dit kan niet echt zijn, er moet een addertje onder het gras zitten’. De conclusie is dan al snel dat de emotionele warmte, onbaatzuchtige liefde, bewogenheid en vriendelijkheid niet echt is maar een poging tot manipulatie. En zo blijft een hele groep mensen gevangen in een gevangenis van pijn en verdriet, van wantrouwen en angst en niemand heeft de sleutel om die gevangenis te openen want deze hebben zij zelf. Pas als ze zelf de moed vinden om zich niet langer te verharden en de deur te openen zodat zij liefde kunnen ontvangen, alleen dan kunnen zij vrij komen van de angst en alle andere dingen die daar mee samen gaan.