donderdag 23 april 2015

De kerk van Christus

Ik hoor bij een kerk die er ernstig naar streeft om meer bezig te zijn met getuige zijn in huis, straat, buurt en wereld dan met kerkelijke activiteiten en samenkomsten. Het is een kerk bestaande uit mensen wiens focus niet is op een goed comfortabel leven op aarde maar net als hun Vader in de Hemel op aarde zoveel mogelijk goede daden doen aan alle mensen en daar vooral  hun geld, tijd en energie in proberen te steken. Het is ook een kerk die veel meer investeerd in het helpen van mensen in hun nood, geestelijk, emotioneel en materieel, dan in eigen wekelijkse samenkomsten. Het is een kerk die het onderwijs van Christus en zijn apostelen echt navolgt en goed zorgt voor hen die zich full-time inzetten voor het evangelie in binnen en buitenland.  Het is een kerk vol mensen die bereid zijn om voor een minimum loon of zelfs nog minder zich full-time in te zetten voor het evangelie omdat zij willen investeren in dingen van eeuwigheidswaarde en niet om het meer comfortabel en rijker dan anderen op aarde te hebben. Deze kerk beseft dat wij onze naaste wereldwijd even lief moeten hebben dan onszelf en we daarom ons in horen te zetten zodat elk mens een menswaardig bestaan kan leiden in zijn of haar omgeving. Het is een kerk die zich inzet voor gastvrijheid en zij die aankloppen om hulp niet zomaar met lege handen terug stuurt naar een omgeving waar zij gebrek, gevaar of onderdrukking lijden. Het is ook een kerk die haar verantwoordelijkheid beseft om zorgvuldig om te gaan met Gods schepping en deze niet uit te buiten of uit te laten buiten door anderen zodat er voor toekomstige generaties weinig over blijft. Kortom het is een kerk die leeft volgens het Grote Gebod. Deze kerk is wereldwijd te vinden maar is niet te herkennen aan mooie gebouwen. Het is een kerk die zichzelf niet probeert te profileren, die niet pronkt, die niet naar geld, invloed of macht zoekt. Zij is enkel herkenbaar aan het karakter en de levensstijl van wie haar toebehoren omdat in hun harten de wet van Christus is geschreven en zij zich door Zijn Geest laten leiden. Hiervan is de vrucht zichtbaar in liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. (Galaten 5:22, NBG1951)

donderdag 16 april 2015

Geen vrucht zonder te ploegen

Teveel Christenen willen oogsten maar niet ploegen en zaaien. Ze willen resultaten maar niet het zwoegen. Ze willen vol zijn van de Geest maar niet eerst het onderwijs van Jezus, het zwaard van de Geest, grondig bestuderen en toe passen. Ze willen graag Gods stem verstaan en zijn aanwezigheid ervaren zonder eerst de instructies van Jezus op te volgen en het advies van de apostelen ter harte te nemen:

Zoek eerst het koninkrijk van God en wees niet zo bezig met het vergaren van schatten op aarde (Matt. 6:19-33) en laat het woord rijkelijk in u wonen (Kol. 3:16-17). Wie mijn woorden hoort en ze doet zal stevig in het leven staan (Matt. 7:24-27). Doe goed aan alle mensen want God heeft beschikt dat wat men in woord en daad zaait men ook zal oogsten (Gal. 6:7-10).

maandag 13 april 2015

Heb de wereld niet lief

Romeinen 8:18-23 en 1 Kor. 15:42-57 onderwijzen  dat op een dag het vergankelijke wordt vervangen door het onvergankelijke, het aardse (lichaam) door een geestelijke.

Dan is er net als in de tijd van het paradijs voor de zondeval geen scherp contrast meer tussen Hemel en Aarde want de aanwezigheid van God zal beiden vervullen.  Dan zal de hemelse stad van onze vader waar vele woningen zijn, het hemelse Jerusalem op aarde neerdalen. Wanneer dit gebeurd zal er geen zonde, kwaad, lijden, onrecht, verdriet, verderf en dood meer zijn. In de woorden van Johannes in Openbaringen 21:1-4

1Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. 2Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. 3Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. 4Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’

De huidige situatie in de wereld is echter nog niet zo.

Nu leven we nog in de tijd tussen de hemelvaart van Christus en zijn wederkomst. Het herstel van alle dingen is nog komende. Nu is er nog een contrast tussen het wereldse en het hemelse.

Reeds worden wij door Christus vanuit geestelijk dood tot nieuw leven gewekt en zijn we op weg naar onze heerlijke eeuwige bestemming. Een bestemming die we zeker zullen bereiken zolang wij dichtbij de Goede Herder blijven en niet doelbewust ons van Hem afkeren en een andere weg, een dwaalspoor door het najagen van de dingen die de heidennen najagen en dit  tot het einde toe blijven volhouden zonder terug te keren naar DE WEG. De weg van Christus.

We leven nu nog in een wereld die nog onderworpen is aan verderf, verval en dood. Een wereld die door de zondeval en haar gevolgen uit balans is. Het is een wereld in disharmony waar Satan nog rond gaat als een briesende leeuw. Mensen worden nog steeds door zijn leugenachtige ingevingen verleid en verleiden zelf ook anderen om God ongehoorzaam te zijn. Hierdoor worden hun levens door Satan als wapens gebruikt ten koste van zelf en anderen, en ten koste van de hele schepping.

Daarom gebruikt de bijbel vaak het woord ‘wereld’ of ‘werelds’ op een figuurlijke wijze waar de wereld symbool staat voor wereldse gedachten patronen en de daarop gebaseerde structuren en systemen, woorden, uitingen, daden en gedragspatronen in de samenleving die niet in overeenstemming zijn met het gedachtengoed van Christus , wat Hij onderwijst en waar Hij ons in voorgaat en tot voorbeeld is.

Van de wereld in deze zin wordt gezegd dat zij deels beheerst wordt door de satan als heerser van deze wereld. Ook wordt gezegd dat wij die er voor hebben gekozen om Jezus na te volgen moeten strijden tegen boze machten die de wereld beheersen.

Onze stijd is niet tegen de mensen die door het onggestelijke, vleselijke, rebelse gedachten goed worden beinvloed, maar onze strijd is tegen de geestelijke machten, satan en zijn demonen en het kwalijke gedachtengoed wat zij inspireren en aanmoedigen in de mensheid.

Jezus zegt echter: Vrees niet, ik heb de wereld overwonnen

Deze wereld gaat voorbij.....

1 Johannes 2:15-17 waarschuwd ons echter wel:

15Heb de wereld en wat in de wereld is niet lief. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem, 16want alles wat in de wereld is – zelfzuchtige begeerte, afgunstige inhaligheid, pronkzucht –, dat alles komt niet uit de Vader voort maar uit de wereld. 17De wereld met haar begeerte gaat voorbij, maar wie Gods wil doet blijft tot in eeuwigheid.

We moeten door de kracht van Jezus die de wereld heeft overwonnen hier verre van blijven:

- Zelfzuchtige begeerte: Het willen hebben voor jezelf zonder er acht op te slaan, of rekening mee te houden hoe dit anderen misschien benadeeld. Tenslotte ons meer betekend altijd voor een ander in de wereld minder.

- Afgunstige inhaligheid: Het perse willen hebben wat de ander ook heeft; afgunst t.o.v. wie meer heeft, een mooiere auto, mooier huis, mooiere vrouw, betere opleiding enz...Dit leid tot velerlei kwaad in de wereld, conflicten en zelfs totale oorlogen.

- Pronkzucht: Jezelf beter laten lijken dan anderen, je boven anderen te verheffen op basis van wat je hebt, hoe je eruit ziet of op basis van positie of wat je hebt gedaan of bereikt (zelfs in de kerk). Je zekerheid en eigen waarde bouwen op zulke dingen is zonde!!!

Dit is kenmerkend voor een goddeloos wereld-systeem waar we niet aan mee moeten doen: Wij moeten ons door liefde laten leiden die niet zelfzuchtig is maar even hard werkt voor het belang van de ander als voor het eigen belang. Liefde die niet inhalig is maar vrijgevig. Liefde die niet afgunstig is maar tevreden is als God in zijn/haar basis behoeften voorziet. Liefde die zich niet boven anderen verheft maar nederig en zachtmoedig is en haar zekerheid en veilige stabiele positie vind in het door God geliefd zijn.

woensdag 8 april 2015

Gebed is geen Christelijke manier van toveren

Joh. 14:12-14

 12Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat, ik ga immers naar de Vader.13En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. 14Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen.

Jezus geeft hier de garantie aan zijn leerlingen dat wat zij vragen in zijn naam ook door hen ontvangen zal worden. Bidden in Jezus naam is niet hetzelfde als het uitspreken van een soort toverformule zodat je krijgt wat je hebben wil. Bidden in Jezus naam heeft te maken met het bidden in de gezindheid van Christus, enkel zo bidden is bidden naar zijn wil. Zie ook Matt. 7:7-11 en Jakobus 4:2-3.

donderdag 2 april 2015

Deel je rijkdom en wordt rijker

Schriftlezing: Lucas 18:18-30
18Een hooggeplaatst persoon vroeg hem: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 19Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, alleen God. 20U kent de geboden: pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, leg geen vals getuigenis af, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ 21De man zei: ‘Aan dat alles heb ik me sinds mijn jeugd gehouden.’ 22Toen Jezus dat hoorde, zei hij: ‘Nog één ding ontbreekt u. Verkoop alles wat u hebt en verdeel de opbrengst onder de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij!’ 23Toen de man dat hoorde, werd hij diepbedroefd. Hij was namelijk zeer rijk.
24Toen Jezus zag dat de man zo bedroefd werd, zei hij: ‘Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan. 25Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’26Daarop zeiden zijn toehoorders: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ 27Jezus zei: ‘Wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.’ 28Toen zei Petrus: ‘Maar wij hebben alles wat we bezaten achtergelaten om u te volgen.’ 29Jezus zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die huis of vrouw, broers of zusters, ouders of kinderen heeft achtergelaten omwille van het koninkrijk van God, 30zal reeds in deze tijd het veelvoudige ontvangen en in de tijd die komt het eeuwige leven.’

Jezus wil ons bevrijden van alle afgoden omdat niemand Hem werkelijk kan na volgen en zijn eeuwige bestemming kan bereiken als hij/zij nog innerlijk verdeeld is. Zoals Jezus al eerder zei in Lucas 16:13 “niemand kan twee heren dienen.....Jullie kunnen niet God dienen en de mammon (aardse rijkdom)”.  Jezus roept ons op om te stoppen met schatten te verzamelen op aarde door ons geld opzij te zetten (Mt. 6:19-25) want we moeten ons geen zorgen maken over wat we zullen eten of drinken.  De rechtvaardige leeft immers uit geloof, in kinderlijk vertrouwen op God (Rom. 1:17). Dit betekend niet dat we moeten gaan stil zitten en wachten tot eten in onze mond valt want er geldt tevens dat wie niet werken wil ook niet zal eten (2 Thess. 3:10). We moeten dus wel bereid zijn om ons in te zetten voor ons dagelijks brood. Dit kan betekenen dat we ons inzetten voor het evangelie (1 Cor. 9:14) of gewoon seculier werk doen want ook op de seculiere werkplek kunnen we getuigen zijn van Christus (2 Thess. 3:6-12). Het is echter niet de bedoeling dat we ons nergens voor inspannen en onverantwoordelijk leven op kosten van anderen.  Als w eniet willen werken dan kunnen we niet verwachten dat anderen ons voeden. Dat is geen leven uit geloof, dat is gemakzucht en luiheid. Dit neemt niet weg dat de rijken de verantwoordelijkheid hebben om zeer vrijgevig met hun rijkdom om te gaan en bereid moeten zijn om deze te delen (1 Tim. 6:18-19). Het is om die reden dat Jezus tegen de jonge man zegt dat hij zijn rijkdom moet delen met de armen.  Nadat de jonge man bedroefd is heen gegaan legt Jezus uit dat het moeilijk is voor de rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan. Waarom? Omdat ze het moeilijk vinden om van hun privileges en rijkdom afstand te doen en daar niet meer op te vertrouwen maar het te delen met de armen. De toehoorders concluderen “wie kan er dan nog gered worden”.  Dit is op zich een heel terechte conclusie want alle mensen, rijk of arm, streven naar de aardse zekerheid en status die rijkdom geeft. Gelukkig is God niet onmachtig om een veranderd hart in ons te bewerken, Zijn wet in onze harten te leggen zodat we van binnenuit veranderd, vrijwillig en in liefde willen en gaan delen met de arme en behoeftige. Wat bij mensen onmogelijk is, is bij God mogelijk.  In antwoord zegt Petrus: ‘Maar wij hebben alles wat we bezaten achtergelaten om u te volgen.’  Dan antwoord Jezus: dat wat we ook voor het koninkrijk van God opgeven het ons dubbel en dwars zal worden terug gegeven in de eeuwigheid maar zelfs al in dit leven. Betekend het dat we dan alsnog materieel rijk zullen worden? Misschien soms wel, maar een grotere en diepere rijkdom van een vervuld leven, innerljke vrede, je geliefd weten en je geborgen weten in God is veel belangrijker. In sociologische termen ‘zelf-geactualiseerd’, niet als gevolg van hoe goed wij zijn, maar als gevolg van ons vertrouwen op God en hoe goed Hij is. Als we onszelf verliezen door zijn wil te doen vinden we juist onszelf terug, maar beter en mooier, gevormd naar het beeld van Christus.