donderdag 24 september 2015

Zorgen voor zending

18Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. 19Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, 20en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ (Mt. 28:18-20)

De zendingstaak van de kerk, van de gemeente van Christus in deze wereld komt van Jezus zelf en je zou dan denken dat de gemeente hen die uit gaan om zich full-time aan deze taak te wijden zo goed mogelijk zou ondersteunen.

Helaas is het tegendeel waar. De verantwoordelijkheid voor eigen onderhoud, fondswerving, het vormen van een thuisfront commissie, verzekeringen, AOW en noem maar op wordt meestal geheel op de zendeling geschoven. Dit laat zien dat gehoorzaamheid aan de zendingsopdracht voor velen in het lichaam van Christus helemaal geen prioriteit is waar extra aandacht aan wordt gegeven. Te vaak wordt zending nog steeds behandeld als een soort mooie hobby van een paar idealisten.

Als gevolg hiervan is er een soort competetie tussen zendelingen die allemaal moeten vissen in hetzelfde water om wat ondersteuning los te peuteren uit individuele gelovigen en/of gemeenten. Niet de meest bekwame en meest geschikte zendeling wordt zo gesteund maar wie zichzelf en zijn bediening het beste kan verkopen krijgt zo de meeste ondersteuning. Dit is niet alleen verkeerd maar ook onbijbels. De gemeente hoort verantwoordelijkheid te nemen voor degenen die zij uitzenden. De wijze waarop nu met Gods dienaren wordt om gegaan is niet liefdevol en doet onszelf en Christus tekort. Tenslotte wat wij doen aan de minsten van de broeders doen we aan Christus:

 “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.” (Mt. 25:40)

Het is erg verdrietig hoe men in de gemeente van Christus in Nederland zo met zichzelf bezig is dat zij degenen die uitgaan in de zending nauwelijks steunen. De eigen activiteiten die vooral ten goede komen aan de plaatselijke gemeente en haar leden slokken het meerendeel van de beschikbare fondsen op.

Zij die leven door de Geest leven volgens het grote gebod van Christus en je zou dan denken dat de gemeente van Christus juist heel goed zou zorgen voor hen die mede namens full-time hun tijd, geld en energie in zetten voor het evangelie en in het dienen van de medemens in nood die Christus nodig heeft. Helaas is het tegendeel de realiteit. Vele dienstknechten van God moeten het zendingsveld verlaten omdat er niet eens per werker 30 mensen te vinden zijn die uit hun rijkdom 50 euro per maand willen geven om hen in het veld te onderhouden.

Eenmaal teruggekeerd ontdekken vele zendelingen dat hun geloofsgenoten enkel aan hun eigen AOW en pensioen en comfort hebben gedacht maar niet aan die van de full-time werker. In plaats van dat zij door Gods gemeente worden opgevangen en onderhouden zijn er heel wat die net als ik een beroep moeten doen op bijstand. Vele van ons zendelingen die met onze ervaring en kennis vele mensen in nood zouden kunnen dienen moeten zich nu vooral bezig houden met overleven.

Natuurlijk zullen wij gedreven door de liefde van Christus onze nalatige geloofsgenoten vergeven maar het zou beter zijn voor hen als zij meer liefde zouden tonen voor Gods knechten. Het is een voorrecht om armoede te lijden omwille van Christus en zijn evangelie, maar het blijft diep triest dat Gods kerk slechter met haar werkers om gaat dan de ongelovigen in de wereld. Dan hebben we het nog niet over de diepe pijn die vele zendingswerkers ervaren omdat ze weten hoe groot de nood is en het liefst zo snel mogelijk weer in het veld zouden zijn. Velen die uit pure noodzaak om te overleven nu aan de zijlijn moeten blijven en zich bezig houden met seculier werk zouden hun tijd ook in eigen land veel beter kunnen gebruiken door zich in te zetten voor de vele vluchtelingen die nu komen naar Nederland.

Mag God nieuwe deuren voor zijn dienaren openen en een weg banen, zelfs als Gods kerk in Nederland en daarbuiten nalatig zal blijven in hun liefde en zorg voor wie zich full-time inzetten voor het evangelie.

Mag God ook zijn kerk tot inkeer brengen voordat zij door gebrek aan liefde ten onder gaat. Want wat geschreven staat in 1 Johannes 3:16-19 is ook vandaag nog even waar:

16Wat liefde is, hebben we geleerd van hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters. 17Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden?
18Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden. 19Dan weten we dat we voortkomen uit de waarheid en kunnen we met een gerust hart voor God staan.

maandag 14 september 2015

Geloofsvertrouwen

Rom. 5:1-4

1Wij zijn dus als rechtvaardigen aangenomen op grond van ons geloof en leven in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. 2Dankzij hem hebben we door het geloof toegang gekregen tot Gods genade, die ons fundament is, en in de hoop te mogen delen in zijn luister prijzen we ons gelukkig. 3En dat niet alleen, we prijzen ons zelfs gelukkig onder alle ellende, omdat we weten dat ellende tot volharding leidt, 4volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop. 5Deze hoop zal niet worden beschaamd, omdat Gods liefde in ons hart is uitgegoten door de heilige Geest, die ons gegeven is

Dit is echter niet te begrijpen en zeker niet te accepteren door wie Hem niet echt kennen!!!
Als je erg religieus bent maar God niet innig kent van hart-tot-hart door de innerlijke werking van de Heilige Geest die deze hoop vast legt in ons dan zal je hier niet mee kunnen leven. Uit eigen kracht ben je niet aan staat Hem zo volledig vertrouwen. Alleen de Heilige Geest die ons leert God te zien als onze liefhebbende vader kan ons er van overtuigen dat dit echt zo is.
In donkere dalen

Om in de donkere dalen van het leven de Goede Herder te blijven vertrouwen vraagt meer dan oppervlakkige, ervarings-gerichte, vlees-strelende religie, het vraagt echt geloofsvertrouwen!!!

Om op God te blijven vertrouwen als alles tegen zit in deze tijdelijke en gevallen wereld; of als onze gebeden voor uitredding niet worden verhoord en sterven aan ziekte, gebrek of als gevolg van vervolging en geweld, dan hebben we echt geloofsvertrouwen nodig!

Om ondanks wat Satan en mensen onder zijn invloed aan kwaad aan ons hebben berokkend toch ons vertrouwen op God te stellen en dat Hij alles, maar dan ook echt alles zal doen mee werken ten goede, dat vraagt echt geloofsvertrouwen!

Als alles tegen lijkt te zitten in het leven en niets lijkt te werken en je dan toch trouw en gehoorzaam blijft aan Hem, dat vraagt echt geloofsvertrouwen!

Alleen door Gods Geest kunnen we het geloof ontvangen wat we nodig hebben als we ons volledig aan Christus overgeven.

Gebed: Heer ik geloof, help me in mijn ongeloof

maandag 7 september 2015

Investering

Lees 1 Cor. 7:28-31

Deze wereld gaat voorbij. Daarom moedigd de Bijbel ons aan om onze ogen gericht te houden op Christus en Zijn komende koninkrijk. Daarom laten we ons niet langer vervullen of beheersen door aardse zaken. We laten ons daarintegen door Christus leiden en ons door Hem vervullen in de wetenschap dat ons burgerschap niet van deze aarde is.

Zelfs ons huwelijk, hoe mooi ook, net als alle dingen op aarde die ons vreugde geven, maar ook de dingen die ons verdriet doen laten we niet toe om ons te beheersen.

Dit geldt ook voor ons bezit: Mochten we bezittingen ontvangen of verwerven dan moeten we er mee om gaan in het besef dat ze niet echt van ons zijn maar aan ons zijn toevertrouwd door God. De aarde is immers van God en alles wat er in is. Wij hebben zelf niets mee gebracht (Psalm 24:1). We moeten er daarom mee om gaan als goede rentmeesters zodat we Hem dienen en eren met het deel van Gods bezit wat Hij aan ons heeft toevertrouwd. Dit is niet slechts materieel bezit of geld, maar ook ons lichaam, onze energie en onze tijd. We moeten ons vooral richten op wat van eeuwigheids waarde is en daar in investeren.

Investeren in Gods koninkrijk doen we in de dagelijkse praktijk door middel van alles wat we zijn en hebben voortdurend ten dienste stellen van Christus en Zijn belang. Niet uit plichtsbesef, schuldgevoel of dwang maar uit liefde en omdat we weten dat deze wereld voorbij gaat. Laten we God vragen om het willen en werken in ons te bewerken. Amen