donderdag 2 juli 2015

Bijbelse richtlijnen voor de evangelist/zendeling

Bijbelse richtlijnen voor de evangelist/zendeling en allen die met een oprecht hart de Here Jezus navolgen en een goede vertegenwoordiger van Hem willen zijn.

Romeinen 10:8-17

8Maar vervolgens zegt Mozes: ‘Het woord is dicht bij u, in uw mond en in uw hart’ – en dat betekent: de boodschap van het geloof die wij verkondigen, is dicht bij u. 9Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. 10Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. 11Want de Schrift zegt: ‘Wie in hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ 12En er is geen onderscheid tussen Joden en andere volken, want ze hebben allen dezelfde Heer. Hij geeft zijn rijke gaven aan allen die hem aanroepen, 13want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’

14Maar hoe kunnen ze hem aanroepen als ze niet in hem geloven? En hoe kunnen ze in hem geloven als ze niet over hem hebben gehoord? En hoe kunnen ze over hem horen als hij niet verkondigd wordt? 15En hoe kan iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden? Het is zoals geschreven staat: ‘Welkom zijn zij die goed nieuws verkondigen.’ 16Toch hebben slechts weinigen aan het evangelie gehoor gegeven, want Jesaja vraagt: ‘Heer, heeft iemand geloofd wat wij hebben gezegd?’ 17Dus door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus

Het woord (dat redding brengt) is dichtbij

Het woord komt dichtbij de mensen door de verkondiging van het evangelie en als mensen erkennen dat Jezus Heer is – dat is degene die gehoorzaamd en nagevolgd moet worden – en geloven in zijn dood en dat God Hem deed opstaan uit de dood – dan worden zij gered.

Hoe kunnen zij in hem geloven als ze niet over hem hebben gehoord?

De verkondiging van het goede nieuws, het evangelie, is de enige manier waardoor mensen tot geloof kunnen komen. Dit is daarom een eervolle en belangrijke taak. Zoals Paulus tegen Timotheus die eigenlijk schuw en verlegen was zei: “Doe het werk van een evangelist”. Laten we onze schroom, angs en andere barrieres overwinnen om deze nobele taak te verrichten. De ene persoon doet dit het makkelijkste in een persooonlijk gesprek, de ander in de vorm van (straat) prediking, weer een ander door zijn of haar getuigenis te delen met anderen, weer een ander door een lied, en ga zo maar door. Hoe we het doen maakt niet zo uit, maar wel dat we het doen, het maakt voor hen die gered worden een wereld van verschil!

Hoe kan iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden?

Niet iedereen is uitgezonden door Christus om het evangelie te verkondigen maar alleen zij die zelf zijn discipelen zijn en zijn authoriteit over hun leven erkennen en er zelf naar streven om alles wat Hij heeft onderwezen na te volgen: Mattheus 28:18-20. Mensen die niet zo leven moeten niet worden aangemoedigd of betrokken in evangelie verkondiging want wat zij met de mond verkondigen ondermijnen ze vervolgens door wat hun gedrag en daden verkondigen.

Toch hebben slechts weinigen aan het evangelie gehoor gegeven

Hoe graag God en ook wij zouden willen dat alle mensen gered worden moeten we accepteren dat dit niet de realiteit is. Reeds in de gelijkenis van de zaaier maakte Jezus dit duidelijk, slechts een klein deel van het zaad draagt vrucht. Niet zozeer zij die het woord horen, maar enkel zij die echt luisteren en gehoor geven aan het woord komen tot geloof. Zij die het woord afwijzen, wijzen niet zozeer ons af maar God af die tot hun harten spreekt terwijl wij het evangelie verkondigen. We moeten het dus niet als een persoonlijke afwijzing voelen als mensen het woord afwijzen en ons gekrenkt voelen maar we moeten met droefheid en bewogenheid gevuld worden en bidden dat God ze kansen blijft geven om zich te bekeren voor het te laat is.

Romeinen 12:14-18

14Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. 15Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft. 16Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. 17Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. 18Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.

Zegen uw vervolgers

Leven voor Christus in een gevallen wereld wekt weerstand en tegenstand op, helemaal als we het evangelie actief gaan uitdragen. De moeilijke mensen die op onze weg komen of ons tegen werken moeten we echter niet afwijzen of negatief behandelen of negatief over praten (vervloeken) maar hen zegenen, dat is het goede van God toe wensen. God heeft hen ook lief en wil hen redden en dat moet ook ons streven blijven.

Wees blij met wie zich verblijdt

Laten we mensen bevestigen en bemoedigen als ze ergens blij of gelukkig mee zijn en hen vooral niet afkraken of hun blijdschap ondermijnen door hen aan negatieve dingen die gebeurd zijn of zouden kunnen gebeuren te herinneren. Laten we ook niet jaloers zijn als iemand reden heeft om zich te verheugen. God zorgt toch voor ons, wij hoeven niet jaloers te zijn op wat een ander heeft en daarom zijn/haar vreugde te ondermijnen.

Heb verdriet met wie verdriet heeft

Het is zo makkelijk om iemand die verdriet heeft de rug toe te keren en net doen alsof we het niet zien omdat we niet door zijn/haar ‘negativiteit’ of ‘depressie’ willen worden beinvloed. Maar laten we eerlijk zijn, als Jezus niet uit zijn comfort zone in onze ellende was gekomen, waar zouden wij nu zijn? Laten we ons hart niet verharden voor wie (diep) verdriet hebben, ook niet als dit verdriet zich uit in boosheid, moeilijk gedrag en andere emotionele uitspattingen omdat de persoon overweldigd is door zijn/haar emoties. Laten we ons niet te snel afkeren of laten wegjagen maar laten we juist solidariteit tonen door bereid te zijn om voor hem/haar wat discomfort mee-te-lijden en zo goddelijk medelijden te tonen.

Wees eensgezind.....

We zijn met elkaar in dienst van Christus, latenw e daarom als een team samen werken met allen die vanuit een oprecht hart dezelfde doelen na streven, namelijk het betrouwbaar getuige zijn, de redding van mensen en in alles de eer van God. Laten we erkennen dat we allemaal verschillende gaven hebben en dat we samen meer kunnen bereiken dan alleen. We zijn tenslotte deel van een lichaam.
Dit betekend onder andere zoals Paulus vervolgens zegt: “wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid”, laten we gewoon doen en ons niet verheffen boven anderen maar erkennen dat geen van ons alle wijsheid in pacht heeft of alles alleen kan doen. “Ga niet af op uw eigen inzicht”, we moeten samen overleggen en zoeken naar Gods wil en leiding in gebed en het raadplegen van Zijn woord en er op vertrouwen dat als Jezus zegt dat waar 2 of 3 vergaderd zijn in zijn naam, Hij aanwezig is om ons te leiden door Zijn Geest.

Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen.

Waar mensen samen werken of met elkaar in contact staan, of het nu medegelovigen zijn om de mensen die we proberen te bereiken met het evangelie, er zullen dingen gedaan worden en gezegd worden die verkeerd zijn en ons kwetsen of teleurstellen. Laten we geen kwaad met kwaad vergelden door fysiek geweld te gebruiken of er mee te dreigen. Laten we geen verbaal geweld gebruiken in de vorm van lelijke, harde, persoon afbrekende, dreigende of intimiderende taal te gebruiken. Laten we geen kwaad met kwaad vergelden door mensen de rug toe te keren, in de steek te laten, het opgeven om met hen te werken. Hoeveel geduld heeft God met ons gehad? Hoeveel heeft Hij in liefde en met zachtmoedigheid en vergeving van ons verdragen? Laten we dus voor alle mensen het goede doen, voor zowel hen die makkelijk in de omgang zijn als zij die moeilijk in de omgang zijn. Voor mensen die ons altijd goed hebben behandeld en voor mensen die ons (in het verleden) slecht hebben behandeld.

Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.

Voor zover het van ons afhangt moeten we alles doen wat wij kunnen om met alle mensen in vrede te leven. Dat betekend niet dat je aan alles hoort toe te geven. Als mensen (bescherm)geld van je eisen of andere dingen van je vragen die jouw integriteit bedreigen of in jouw nadeel zijn moet je gewoon respectvol maar duidelijk nee zeggen. Je moet ook uit zelfbescherming bedreigende situaties uit de weg gaan. Je naaste lief hebben net zoveel als jezelf, maar niet meer dan jezelf. Tenslotte zijn we niemand iets verschuldigd dan hen lief te hebben, dat is met liefde, zorg en respect behandelen (Romeinen 13:8).

Het betekend ook dat waar wij dat kunnen het goed is als we ons zoveel mogelijk aanpassen aan de cultuur en leefwereld van hen die we proberen te bereiken. Dat is in taalgebruik, kleding en gebruiken zonder daarbij tegen ons geloof en geweten in te gaan en onze identiteit als kinderen van God schade toe te brengen:

1 Korintiërs 9:19-23

19Vrij als ik ben ten opzichte van iedereen, ben ik de slaaf van iedereen geworden om zo veel mogelijk mensen te winnen. 20Voor de Joden ben ik als een Jood geworden om hen te winnen. Ikzelf sta niet onder de Joodse wet, maar toch heb ik me eraan onderworpen om hen die er wel onder staan te winnen. 21En voor hen die niet onder de Joodse wet staan, ben ik als iemand geworden die de wet niet heeft, om hen te winnen. Dit betekent niet dat ik de wet van God heb losgelaten, maar dat ik mij heb onderworpen aan de wet van Christus. 22Voor de zwakken ben ik zwak geworden om hen te winnen. Ik ben voor iedereen wel íets geworden, om in elke situatie althans enkelen te redden. 23Ik doe alles voor het evangelie om ook zelf aan de beloften ervan deel te krijgen.

We zijn vrij en niet verplicht om anders te zijn dan we zijn. Echter vrijwillig en vanuit liefde kunnen we er voor kiezen om sommige vrijheden op te geven om anderen tegemoet te komen om hen zo te bereiken met het evangelie. We doen dit niet omdat wij de wetten en verwachtingen die zij op ons proberen te leggen erkennen als bindend voor ons maar we doen het puur vrijwillig vanuit de wet van Christus, vanuit naasteliefde, om hen te winnen voor Christus.

Praktisch kan dit betekenen dat we als Christen-vrouw in een moslim omgeving ons in een jurk en met een sluier of hoofddoek kleden. Het kan betekenen dat we in contact met hindoes geen rundvlees in hun nabijheid eten, in contact met moslims of joden geen varkensvlees en in contact met alcoholisten geen alcohol gebruiken. Als we echter weer thuis in eigen omgeving zijn kunnen we gewoon onszelf zijn en van de vrijheid die de wet van Christus ons geeft genieten. Het betekend ook dat we ons in taalgebruik aanpassen en moeite doen om termen, benamingen, gewoontes en tradities te vermijden die door mensen van een andere cultuur als kwetsend worden ervaren. We moeten zover het van ons afhangt hen geen enkel obstakel in de weg leggen waardoor zij niet meer naar onze boodschap willen luisteren maar er juist van worden afgeleid.

Tenslotte laten we in alles Christus gelijkvormig zijn en bovenal de liefde na streven (1 Cor 13, 14:1) en tonen en woorden en daden. Tenslotte is de religie die God goedkeurt is dat we niet wereldgelijkvormig zijn maar haar hebzucht, pronkzucht en zelfzucht maar omzien naar mensen in nood (Jakobus 1:26-27). Hierbij hebben we de hulp nodig van zijn Geest die ons maakt tot goede getuigen (hand 1:8) vol van goede karakter eigenschappen die Christus in ons zichtbaar maken voor de wereld om ons heen (Gal. 5:22-23).

Amen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten