3 ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn,(mensen die weten dat ze Gods hulp nodig hebben en vanuit zich zelf niet beter zijn dan andere mensen)
want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
4 Gelukkig de treurenden,(mensen die verdriet hebben over het kwade in de wereld en het niet zomaar accepteren of er aan mee doen of hun hart sluiten voor de lijdende mens)
want zij zullen getroost worden.
5 Gelukkig de zachtmoedigen, (mensen die fijngevoelig, respectvol en bewogen met andere mensen omgaan)
want zij zullen het land bezitten.
6 Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid,(mensen die altijd het goede proberen te doen)
want zij zullen verzadigd worden.
7 Gelukkig de barmhartigen,(dit zijn ruimhartige vergevende, begripvolle en geduldige mensen die niet snel oordelen en veroordelen)
want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
8 Gelukkig wie zuiver van hart zijn,(geen zonde en verbittering in hun hart vasthouden)
want zij zullen God zien.
9 Gelukkig de vredestichters,(mensen die mensen bij elkaar brengen door positief te spreken in plaats van door negativiteit en roddel te stoken)
want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
10 Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid (het doen van Gods wil) vervolgd worden,
want voor hen is het koninkrijk van de hemel.
11 Gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van mij uitschelden, vervolgen en van allerlei kwaad betichten. 12 Verheug je en juich, want je zult rijkelijk worden beloond in de hemel; zo immers vervolgden ze vóór jullie de profeten.
13 Jullie zijn het zout van de aarde (als je leeft zoals zojuist beschreven). Maar als het zout zijn smaak verliest (als je niet zo leeft), hoe kan het dan weer zout gemaakt worden? Het dient nergens meer voor, het wordt weggegooid en vertrapt (geloof zonder werken is waardeloos, niemand heeft er wat aan, jijzelf ook niet want je komt zo niet tot je bestemming).
14 Jullie zijn het licht in de wereld (als je leeft zoals in vers 3-11 beschreven). Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. 15 Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. 16 Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen (streef er naar om met Gods hulp te gaan leven in deze wereld zoals Hij bedoeld heeft), opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel (want als we zo leven eren we God, dan zijn we levende offers, een levende daad van aanbidding, dan leven we in Geest en Waarheid volgens de religie die God zoekt).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten