dinsdag 1 december 2015

Liefde moet echt zijn


Romeinen 12:5-16a
Broeders en zuster, wij vormen allen tezamen in Christus een lichaam,
en ieder afzonderlijk, zijn wij, evenals de ledematen van het lichaam, aangewezen op elkaar.
De geestelijke gaven die wij bezitten verschillen naar de bijzondere genade
die ieder van ons is geschonken. Hebt gij de gave van de profetie ontvangen,
gebruik die in overeenstemming met het geloof.
Hebt gij de gave van dienst of van lering ontvan­gen,
legt u dan toe op dienstbe­toon of onderricht.
Wie een opwekkend woord heeft, moet anderen bemoedigen. Wie iets heeft uit te delen,
schenke het weg met mildheid. Als ge leiding geeft, doet het met ijver,
als ge barmhartigheid bewijst, doe het met blijmoedigheid.
Uw liefde moet ongeveinsd zijn. Haat het kwaad, houdt vast wat goed is.
Bemint elkander hartelijk met broeder­lijke genegen­heid. Acht anderen hoger dan uzelf.
Laat uw ijver niet verflauwen, weest vurig van geest, dient de Heer.
Laat de hoop u blij maken, houdt stand in de verdrukking, volhardt in het gebed.
Draagt bij voor de noden van de heiligen, beoefent de gastvrijheid.
Zegent hen die u vervolgen; ge moet ze zegenen in plaats van ze te vervloeken.
Verblijdt u met de blijden en weent met hen die wenen.
Weest eensge­zind. Schikt u zonder hooghartigheid in de omgang met gewone mensen

We leven in een maatschappij die meer narcistisch is waarbij men gedreven door zelfzucht, pronkzucht en de begeerten van deze wereld een steeds hardere samenleving creert waar het eten is of gegeten worden. Het leven in navolging van Christus gaat daar lijnrecht tegen in. Onze liefde is niet de narcistische zelf-liefde van de wereld maar een barmhartige, warmhartige echte zorgzame en respectvolle liefde. De liefde van God gaat diep en geeft ons diepgang in hoe we mensen oprecht en liefdevol behandelen. De narcistische liefde van de wereld is oppervlakkig. Het is de soort 'liefde'die je hebt voor een ding zolang het werkt naar behoren. Zodra het niet meer doet wat wij willen gooien we het weg. Voor wie door Christus worden geleid bepaald Christus ons handelen en wij behandelen mensen met respect, ook voor hun keuze vrijheid. We nodigen uit tot navolging van Christus en zijn daarin zelf een voorbeeld maar dwingen nooit. De narcisten van deze wereld willen echter voor anderen besluiten maken en respecteren hun vrijheid niet. Zij 'houden' alleen van mensen zolang deze doen wat zij willen. Zodra niet aan de verwachtingen wordt voldaan gooien zij die persoon uit hun leven want hij of zij voldoet niet langer aan hun eisen en is niet langer bruikbaar. Daarom kan een narcist zo weglopen uit een relatie zonder enig gevoel. Het is als iemand die zich heeft volgegeten en nu het afgekloven bot weggooid. Echte liefde die uit God komt is anders, het is onvoorwaardelijk, diep, loyaal en met name op het goed van de ander gericht. Laten we ons hier naar uitstrekken.

donderdag 19 november 2015

Doe goed aan wie ons vervolgen

"Het wereldbeeld van islamitische extremisten hangt aan elkaar van haat. Je kunt het aan stukken slaan door zelf anders te zijn."

Die voluit christelijke boodschap kwam afgelopen nacht van een islamitische blogger, Iyad el-Baghdadi. Als we kwaad met kwaad vergelden bevestigen we hun duistere wereldbeeld maar als we goed doen aan wie ons haten dan kan het kwaad geen stand houden.

Lees meer op: http://www.refdag.nl

Zegen hen die u vervloeken…

Lucas 6:27-36

27 Maar tot u, die Mij hoort, zeg ik: Hebt uw vijanden lief, doet wel degenen, die u haten; 28 zegent wie u vervloeken; bidt voor wie u smadelijk behandelen. 29 Slaat iemand u op uw wang, keer hem ook de andere toe, neemt iemand u uw mantel af, laat hem ook het hemd nemen. 30 Vraagt iemand iets van u, geef het hem; neemt iemand het uwe, vraag het niet terug. 31 En gelijk gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hun evenzo. 32 En indien gij liefhebt, die u liefhebben, wat hebt gij vóór? Immers, ook de zondaars hebben lief, die hen liefhebben. 33 Want indien gij goed doet aan wie u goed doen, wat hebt gij vóór? Ook de zondaars doen dat. 34 En indien gij leent aan hen, van wie gij hoopt iets te ontvangen, wat hebt gij vóór? Ook zondaars lenen aan zondaars om evenveel terug te ontvangen. 35 Neen, hebt uw vijanden lief, en doet hun goed en leent zonder op vergelding te hopen, en uw loon zal groot zijn en gij zult kinderen van de Allerhoogste zijn, want Hij is goed jegens de ondankbaren en bozen. 36 Weest zo barmhartig, gelijk uw Vader barmhartig is.


woensdag 28 oktober 2015

Gelouterd door vuur

3Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop. 4-5Er wacht u, die door Gods kracht wordt beschermd omdat u gelooft, in de hemel een onvergankelijke, ongerepte erfenis die nooit verwelkt. U ziet de redding tegemoet, die aan het einde van de tijd zeker geopenbaard zal worden. 6Verheug u hierover, ook al moet u nu tot uw verdriet nog een korte tijd allerlei beproevingen verduren. 7Zo kan de echtheid blijken van uw geloof – zoveel kostbaarder dan vergankelijk goud, dat toch ook in het vuur wordt getoetst – en zo verwerft u lof, eer en roem wanneer Jezus Christus zich zal openbaren. 8U hebt hem lief zonder hem ooit gezien te hebben; en zonder hem nu te zien gelooft u in hem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde, 9omdat u het einddoel van uw geloof bereikt: uw redding. 

1 Petrus 1:3-9

Door hetzelfde vuur wordt het goud gelouterd en het vuilnis verbrand. Niet zozeer het lijden wat wij ondergaan maar wie wij zijn in verhouding tot Christus bepaald wat er overblijft. Zo gaat de ene mens in het lijden weg van God maar het geloof van een ander wordt juist versterkt. De ene mens verwenst God, een ander richt zich juist meer op Hem. Voor hen geldt dat de stank van het vuil wat in hun leven op deze wijze wordt verbrand uiteindelijk plaats maakt voor de wierook van een levend God welgevallig offer.

'U, o God, hebt ons beproefd, gezuiverd, gezuiverd als zilver.' Ps. 66:10

woensdag 7 oktober 2015

Geen mooie woorden maar goede daden

Jesaja 1:11-20 in eigentijd(s) en taal

11. Wat moet ik met al jullie opwekkingsliedjes en kerkdiensten – zegt de HEER.
Ik heb genoeg van al dat geld wat in mijn naam wordt gegeven maar vooral voor eigen belang word gebruikt.

12En wanneer jullie voor mij verschijnen –
wie heeft je gevraagd om alle kerkdiensten af te lopen?

13Houd op met al die zinloze religieuze activiteiten
Ik heb een afschuw van al dat geestelijke gedoe
ik duld ze niet naast al dat wangedrag.

14Van jullie opwekkingsconferenties, gospel concerten en andere religieuze evenementen heb ik een afkeer,
ze hinderen mij, ik kan ze niet langer verdragen.

15Wanneer jullie je handen opheffen, wend ik mijn ogen af,
ook als je aanhoudend bidt, luister ik niet.
Want aan jullie handen kleeft bloed!

16Was je, reinig je,
maak een eind aan je misdaden,
ik kan ze niet meer zien.
Vermijd alle kwaad

17en leer goed te doen.
Zoek het recht, doe geen zaken met dictatoriale regimes en heb geen deel aan de uitbuiting van mensen wereldwijd
bied wezen bescherming, sta weduwen bij, zie om naar de vluchtelingen en help de armen

18De HEER zegt: Laten we zien wie er in zijn recht staat. Als je je bekeerd en anders gaat leven is er goed nieuws:
Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw,
al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol.

19Als je weer naar mij wilt luisteren,
zal het beste van het land je ten deel vallen.

20 Maar als je koppig bent en niet wilt zal je zelf met meer en meer geweld en kwaad te maken krijgen.
De HEER heeft gesproken.

Jakobus 1:27

27Voor God, de Vader, is alleen dit reine, zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld (met haar zelfzucht, hebzucht en pronkzucht) en onberispelijk blijven (in het navolgen van Christus).

donderdag 24 september 2015

Zorgen voor zending

18Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. 19Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, 20en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ (Mt. 28:18-20)

De zendingstaak van de kerk, van de gemeente van Christus in deze wereld komt van Jezus zelf en je zou dan denken dat de gemeente hen die uit gaan om zich full-time aan deze taak te wijden zo goed mogelijk zou ondersteunen.

Helaas is het tegendeel waar. De verantwoordelijkheid voor eigen onderhoud, fondswerving, het vormen van een thuisfront commissie, verzekeringen, AOW en noem maar op wordt meestal geheel op de zendeling geschoven. Dit laat zien dat gehoorzaamheid aan de zendingsopdracht voor velen in het lichaam van Christus helemaal geen prioriteit is waar extra aandacht aan wordt gegeven. Te vaak wordt zending nog steeds behandeld als een soort mooie hobby van een paar idealisten.

Als gevolg hiervan is er een soort competetie tussen zendelingen die allemaal moeten vissen in hetzelfde water om wat ondersteuning los te peuteren uit individuele gelovigen en/of gemeenten. Niet de meest bekwame en meest geschikte zendeling wordt zo gesteund maar wie zichzelf en zijn bediening het beste kan verkopen krijgt zo de meeste ondersteuning. Dit is niet alleen verkeerd maar ook onbijbels. De gemeente hoort verantwoordelijkheid te nemen voor degenen die zij uitzenden. De wijze waarop nu met Gods dienaren wordt om gegaan is niet liefdevol en doet onszelf en Christus tekort. Tenslotte wat wij doen aan de minsten van de broeders doen we aan Christus:

 “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.” (Mt. 25:40)

Het is erg verdrietig hoe men in de gemeente van Christus in Nederland zo met zichzelf bezig is dat zij degenen die uitgaan in de zending nauwelijks steunen. De eigen activiteiten die vooral ten goede komen aan de plaatselijke gemeente en haar leden slokken het meerendeel van de beschikbare fondsen op.

Zij die leven door de Geest leven volgens het grote gebod van Christus en je zou dan denken dat de gemeente van Christus juist heel goed zou zorgen voor hen die mede namens full-time hun tijd, geld en energie in zetten voor het evangelie en in het dienen van de medemens in nood die Christus nodig heeft. Helaas is het tegendeel de realiteit. Vele dienstknechten van God moeten het zendingsveld verlaten omdat er niet eens per werker 30 mensen te vinden zijn die uit hun rijkdom 50 euro per maand willen geven om hen in het veld te onderhouden.

Eenmaal teruggekeerd ontdekken vele zendelingen dat hun geloofsgenoten enkel aan hun eigen AOW en pensioen en comfort hebben gedacht maar niet aan die van de full-time werker. In plaats van dat zij door Gods gemeente worden opgevangen en onderhouden zijn er heel wat die net als ik een beroep moeten doen op bijstand. Vele van ons zendelingen die met onze ervaring en kennis vele mensen in nood zouden kunnen dienen moeten zich nu vooral bezig houden met overleven.

Natuurlijk zullen wij gedreven door de liefde van Christus onze nalatige geloofsgenoten vergeven maar het zou beter zijn voor hen als zij meer liefde zouden tonen voor Gods knechten. Het is een voorrecht om armoede te lijden omwille van Christus en zijn evangelie, maar het blijft diep triest dat Gods kerk slechter met haar werkers om gaat dan de ongelovigen in de wereld. Dan hebben we het nog niet over de diepe pijn die vele zendingswerkers ervaren omdat ze weten hoe groot de nood is en het liefst zo snel mogelijk weer in het veld zouden zijn. Velen die uit pure noodzaak om te overleven nu aan de zijlijn moeten blijven en zich bezig houden met seculier werk zouden hun tijd ook in eigen land veel beter kunnen gebruiken door zich in te zetten voor de vele vluchtelingen die nu komen naar Nederland.

Mag God nieuwe deuren voor zijn dienaren openen en een weg banen, zelfs als Gods kerk in Nederland en daarbuiten nalatig zal blijven in hun liefde en zorg voor wie zich full-time inzetten voor het evangelie.

Mag God ook zijn kerk tot inkeer brengen voordat zij door gebrek aan liefde ten onder gaat. Want wat geschreven staat in 1 Johannes 3:16-19 is ook vandaag nog even waar:

16Wat liefde is, hebben we geleerd van hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters. 17Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden?
18Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden. 19Dan weten we dat we voortkomen uit de waarheid en kunnen we met een gerust hart voor God staan.

maandag 14 september 2015

Geloofsvertrouwen

Rom. 5:1-4

1Wij zijn dus als rechtvaardigen aangenomen op grond van ons geloof en leven in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. 2Dankzij hem hebben we door het geloof toegang gekregen tot Gods genade, die ons fundament is, en in de hoop te mogen delen in zijn luister prijzen we ons gelukkig. 3En dat niet alleen, we prijzen ons zelfs gelukkig onder alle ellende, omdat we weten dat ellende tot volharding leidt, 4volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop. 5Deze hoop zal niet worden beschaamd, omdat Gods liefde in ons hart is uitgegoten door de heilige Geest, die ons gegeven is

Dit is echter niet te begrijpen en zeker niet te accepteren door wie Hem niet echt kennen!!!
Als je erg religieus bent maar God niet innig kent van hart-tot-hart door de innerlijke werking van de Heilige Geest die deze hoop vast legt in ons dan zal je hier niet mee kunnen leven. Uit eigen kracht ben je niet aan staat Hem zo volledig vertrouwen. Alleen de Heilige Geest die ons leert God te zien als onze liefhebbende vader kan ons er van overtuigen dat dit echt zo is.
In donkere dalen

Om in de donkere dalen van het leven de Goede Herder te blijven vertrouwen vraagt meer dan oppervlakkige, ervarings-gerichte, vlees-strelende religie, het vraagt echt geloofsvertrouwen!!!

Om op God te blijven vertrouwen als alles tegen zit in deze tijdelijke en gevallen wereld; of als onze gebeden voor uitredding niet worden verhoord en sterven aan ziekte, gebrek of als gevolg van vervolging en geweld, dan hebben we echt geloofsvertrouwen nodig!

Om ondanks wat Satan en mensen onder zijn invloed aan kwaad aan ons hebben berokkend toch ons vertrouwen op God te stellen en dat Hij alles, maar dan ook echt alles zal doen mee werken ten goede, dat vraagt echt geloofsvertrouwen!

Als alles tegen lijkt te zitten in het leven en niets lijkt te werken en je dan toch trouw en gehoorzaam blijft aan Hem, dat vraagt echt geloofsvertrouwen!

Alleen door Gods Geest kunnen we het geloof ontvangen wat we nodig hebben als we ons volledig aan Christus overgeven.

Gebed: Heer ik geloof, help me in mijn ongeloof

maandag 7 september 2015

Investering

Lees 1 Cor. 7:28-31

Deze wereld gaat voorbij. Daarom moedigd de Bijbel ons aan om onze ogen gericht te houden op Christus en Zijn komende koninkrijk. Daarom laten we ons niet langer vervullen of beheersen door aardse zaken. We laten ons daarintegen door Christus leiden en ons door Hem vervullen in de wetenschap dat ons burgerschap niet van deze aarde is.

Zelfs ons huwelijk, hoe mooi ook, net als alle dingen op aarde die ons vreugde geven, maar ook de dingen die ons verdriet doen laten we niet toe om ons te beheersen.

Dit geldt ook voor ons bezit: Mochten we bezittingen ontvangen of verwerven dan moeten we er mee om gaan in het besef dat ze niet echt van ons zijn maar aan ons zijn toevertrouwd door God. De aarde is immers van God en alles wat er in is. Wij hebben zelf niets mee gebracht (Psalm 24:1). We moeten er daarom mee om gaan als goede rentmeesters zodat we Hem dienen en eren met het deel van Gods bezit wat Hij aan ons heeft toevertrouwd. Dit is niet slechts materieel bezit of geld, maar ook ons lichaam, onze energie en onze tijd. We moeten ons vooral richten op wat van eeuwigheids waarde is en daar in investeren.

Investeren in Gods koninkrijk doen we in de dagelijkse praktijk door middel van alles wat we zijn en hebben voortdurend ten dienste stellen van Christus en Zijn belang. Niet uit plichtsbesef, schuldgevoel of dwang maar uit liefde en omdat we weten dat deze wereld voorbij gaat. Laten we God vragen om het willen en werken in ons te bewerken. Amen

vrijdag 14 augustus 2015

De hoge weg

Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij.


Johannes 14:6


Ik ben opgegroeid in een kerk met wat sektarische trekken waar men er absoluut van overtuigd was dat zij de hoge weg bewandelden. Andere christenen konden misschien ook wel gered worden maar wie de hoge weg van onze kerk ging had wel een streepje voor.


Kerkelijke hoogmoed daar gelaten. De Bijbel heeft het vaak over de weg. De weg van God i.p.v. de weg van de zondaars. Welke weg gaan wij is de vraag waar de Bijbel ons mee confronteerd. Gaan wij de weg van de wereld of die van Christus? De brede of de smalle weg van de navolging van Christus? Het christelijk geloof werd daarom ook ‘de weg’’ genoemd (Hand.9:2). Het gaan van de weg heeft iets dynamisch in zich, groei en proces. Het is de weg van Jezus die de waarheid is  Daarom raken de woorden van Jezus ons zo want zij houden ons de waarheid voor. Ook in zijn hele wezen en leven en daden is Hij ons tot voorbeeld. HIJ is immers de waarheid en Hij is immers de weg zelf! De weg naar de Vader, dat is Hij. Hij is het die ons op onze bestenming brengt. Een Goede Herder, een betrouwbare gids, een wonderbare raadgever en nog zoveel meer is Hij. Laten we Hem vertrouwen en de weg gaan die Hij ons voorgaat.

maandag 3 augustus 2015

Wee gij rijken

Het gevaar van de rijkdom 1 Welaan dan, gij rijken, weent en maakt misbaar over de rampen, die u zullen overkomen.  2 Uw rijkdom is verrot, uw klederen zijn door de mot aangevreten,  3 uw goud en zilver is verroest, en het roest ervan zal tegen u getuigen en uw vlees verteren als vuur. Gij zijt schatten gaan opleggen, terwijl het de laatste dagen zijn.  4 Zie, het loon, dat door u is ingehouden van de arbeiders, die uw landen hebben gemaaid, schreeuwt, en het geroep van hen, die uw oogst hebben binnengehaald, is doorgedrongen tot de oren van de Here Sebaot.  5 Gij hebt op aarde weelderig geleefd en u te goed gedaan, gij hebt uw hart vetgemest in de slachttijd.  6 Gij hebt de rechtvaardige veroordeeld, ja vermoord; er is geen verweer tegen u. (NBG'51) Jakobus 5:1-6

 De volgelingen van Mammon maken zich direct en indirect schuldig aan heel veel kwaad. Wij moeten daarom niet begeren om te zijn als zij. Niet de rijken met hun zelfzuchtige op persoonlijk comfort gerichte levenshouding maar Christus en Zijn levenshouding moet ons rolmodel zijn.
 

donderdag 30 juli 2015

Gods genade is openbaar

11Gods genade is openbaar geworden tot redding van alle mensen. 12Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen en bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld moeten leven, 13in afwachting van het geluk waarop wij hopen: de verschijning van de majesteit van de grote God en van onze redder Jezus Christus. 14Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle zonde vrij te kopen, ons te reinigen en ons tot zijn volk te maken, dat vol ijver is om het goede te doen. Titus 2:11-14 Door Zijn zoon Jezus voor ons naar de aarde te laten komen en daar te lijden om zo ons de weg tot God te wijze heeft God ons genade gegeven, een onverdiende gunst. In de woorden van Romeinen 5:6-10 waren wij verloren in zonde, hulpeloos, zonder hoop en door onze verkeerde daden vijanden van God. Toch gaf Hij ons Jezus die ons leert om juist te leven. Hij maakt ons vrij van verslaving aan onze driften en begeerten en maakt ons tot mensen die vol ijver voor Hem het goede willen doen.

Het oordeel van God is reeds gaande door ons heen

 32Iedereen die mij zal erkennen bij de mensen, zal ook ik erkennen bij mijn Vader in de hemel. 33Maar wie mij verloochent bij de mensen, zal ook ik verloochenen bij mijn Vader in de hemel.

34Denk niet dat ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. 35Want ik kom een wig drijven tussen een man en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; 36de vijanden van de mensen zijn hun eigen huisgenoten!

37Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van mij, is mij niet waard, en wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van mij, is mij niet waard. 38Wie niet zijn kruis op zich neemt en mij volgt, is mij niet waard. 39Wie zijn leven probeert te behouden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, die zal het behouden.

Matt. 10:32-39 

Jezus kwam het zwaard brengen, niet in wereldse zin zoals in de Islamitische Jihad. Het is een geestelijke strijd en Jezus zelf is het zwaard van de Geest dat scheiding brengt. Als we Hem verkondigen in leven, woord en daad dan brengen wij ook het zwaard in de wereld. Zo zijn wij in deze wereld een geur ten leven voor sommigen en een geur ten dode voor anderen. Hoe men op ons reageerd ook binnen onze families als wij Jezus serieus navolgen heeft eeuwige consequenties. Als we staan voor waarheid en openheid, voor respect en bewogenheid in deze kille wereld zullen sommigen zich van ons afkeren terwijl anderen juist tot het licht worden aangetrokken. De aanwezigheid van Jezus brengt automatisch het oordeel want waar het licht komt moet het duister wijken.

woensdag 22 juli 2015

Het navolgen van Christus in de kracht van de Heilige Geest

2 Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. 3 Voor hem doet de bewaker open. De schapen luisteren naar zijn stem, hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. 4 Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen.

Johannes 10:2-4

Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, 15 zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen.

Johannes 10:14

In dit beeld wat Jezus schets zien we zijn zorgzaamheid, liefde en bescherming voor zijn kudde. Hij geeft zijn leven voor hen. Hij zet zich helemaal voor hen in en heeft een persoonlijke band met Hem. Ze kennen zijn liefdevolle stem en volgen Hem na.

In dit beeld zijn wij als gemeente de schapen die Hem in vertrouwen na volgen. Hij gaat voor ons uit en wij komen achter Hem aan. We luisteren naar Zijn stem. We volgen zijn instructies op en waar Hij gaat gaan wij. We zijn een gemeenschap van de navolging van Christus.

Ook in Matteus 25:31-46 worden de echte navolgers van Christus vergeleken met schapen zij zijn degene die in hun normale dagelijks leven en de omgang met andere mensen laten zien dat zij de Herder navolgen. Zij geven eten aan wie honger heeft, onderdak aan de daklozen, bezoeken de gevangenen en ga zomaar door. Zij bedrijven de religie waar God behagen in heeft: Omzien naar wezen en weduwen in hun nood ipv zich te laten besmetten door de zelfzuchtige onverschillige geest van de wereld, de geest van Kain die zegt “ben ik mijn broeders hoeder.....” Nee zij zijn geheel anders want zij volgen de Herder na.

Schapen en geitebokken

Jezus heeft het echter ook hen die zich voordoen als schapen maar in feite niets anders dan koppige geiten zijn. Zij volgen Jezus wel na in theorie maar in feite denken ze alleen aal zichzelf. Waarom noemt Jezus hen geiten? Nou probeer maar eens een kudde geiten je te laten volgen? Ze volgen je hoogstens als je wat lekkers in je handen hebt maar zodra dat op is kan je het wel schudden. Geiten doen precies waar ze zelf zin in hebben en lopen enkel hun eigen behoeften achterna. Ze willen best wel soms een tijdje tussen de schapen lopen als dat hen uitkomt en ze daar voordeel aan hebben maar eigenlijk volgen ze niet werkelijk de Goede Herder. Op het moment dat Hij hen over moeilijk begaanbare wegen wil leiden, door donkere valleien of in een richting die hen niet uitkomt dan laten ze het afweten, ze gaan hun eigen weg omdat ze eigenlijk diep van binnen de Herder niet voldoende vertrouwen zoals een schaap dat doet.

En toch is het navolgen van de Goede Herder het beste voor ons want Hij heeft echt het beste met ons voor, beter dan wij zelf weten.

"Ja maar" zeggen sommigen mensen misschien: "ik heb een tijd Jezus nagevolgd maar mijn leven werd niet beter. Ik bleef ziek, arm, eenzaam, depressief en ga maar door". Als je echter hen beter leert kennen en je krijgt het hele verhaal te horen doen ontdek je vaak dat er vele delen van hun leven waren die ze niet in vertrouwen aan Christus hadden overgegeven en dat ze in heel veel dingen hun eigen weg waren blijven gaan. Ja, de Herder kan je niet leiden op de juiste plek als je steeds blijft afdwalen en Hij kan je niet voeden met gezond geestelijk voedsel als jij eigenwijs jezelf blijft vullen met wat giftig en ongezond voor je is en ga zo maar door.....

De profeet Jesaja zegt het volgende tegen het volk Israel dat klaagde over dat God hen niet verloste van hun vijanden in Jesaja 59:1-3

1De arm van de HEER is niet te kort om te redden,
zijn gehoor niet te zwak om te luisteren –
2jullie wangedrag is het
dat jullie en je God uit elkaar heeft gedreven;
door jullie zonden houdt hij zich verborgen
en wil hij je niet meer horen.
3Want jullie handen zijn besmeurd met bloed,
je vingers bezoedeld door wandaden,
je lippen spreken leugens,
je tong prevelt bedrog.

Waarom kon God hen niet redden? Waarom kon Hij hen niet helpen? Het was vanwege de zonde die nog aan hen kleefden. Ze hadden er niet mee afgerekend, ze zaten er nog aan vast.
Laten we niet kinderlijk zijn in ons denken over God. Gods almacht betekend niet dat Hij alles kan doen!!!

Hij is de waarheid dus kan Hij niet liegen of ons helpen om in een leugen te blijven leven en net te doen alsof alles goed is terwijl het niet zo is

Hij is goed dus kan geen deel hebben aan het kwaad of kwaad doen of ons helpen om het kwaad in stand te houden door er geen consequenties tegen over te stellen. Daarom zegt God: Wat je zaait zal je oogsten

Hij is heilig dus kan Hij geen deel hebben aan wat onheilig is en zal dus echt niet zegenen en bevestigen zolang wij onheilig blijven leven. Hij zal ons niet uitredden van de gevolgen van een onheilige levenswandel tot wij er ons echt van bekeren want anders zou Hij er daardoor alleen maar voor zorgen dat we er nog langer in door gaan ten koste van onszelf en anderen.

Navolgen betekend de Herder vertrouwen en ons om te keren van onze eigen weg naar zijn weg

De Goede Herder navolgen betekend dat we ons echt moeten afkeren van een leven dat niet deel is van de navolging. Het betekend dat we er voor kiezen om niet in ongehoorzaamheid te leven omdat we echt geloven, er echt ten diepste van overtuigd zijn dat de weg van de goede Herder de beste is.
Kunnen we in eigen kracht navolgen? Nee, we hebben de hulp van Gods Geest in ons binnenste nodig. Het goede nieuws is dat God ons graag Zijn Geest wil geven zodat Hij het willen en het werken in ons kan bewerken.
 
10Want wie vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. 11Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven? 12Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? 13Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen.’

Lucas 11:10-13

Laten we Hem daarom hier vrijmoedig om vragen zodat we door Hem de weg van de navolging kunnen bewandelen.

Amen

woensdag 8 juli 2015

Valse leraren en valse profeten

 2Verkondig de boodschap, blijf aandringen, of het nu uitkomt of niet, wijs terecht, straf en vermaan met alle geduld dat het onderricht vereist. 3Want er komt een tijd dat de mensen de heilzame leer niet meer verdragen, maar leraren om zich heen verzamelen die aan hun verlangens tegemoet komen en hun naar de mond praten. (2 Tim. 4:2-3).

In dit tekst gedeelte zegt Paulus niet dat de verlangens die mensen hebben in het laatste der dagen verkeerd zijn maar dat het probleem is dat zij zich afhankelijk stellen van mensen die hen naar de mond praten in plaats van dat zij zich door gezond onderricht laten leiden.

Valse profeten en valse leraren maken gebruik van legitieme verlangens van mensen en spelen daarop in zodat zij hun eigen fragiele ego en gevoel van eigen waarde op kunnen krikken en of zich te goed kunnen doen aan het geld van de mensen en in sommige gevallen ook hun lichamen.

Het is daarom zo belangrijk dat we als gemeente een veilige omgeving scheppen waarbinnen we mensen helpen om hun identiteit zelf in christus te vinden zodat ze het niet buiten de gemeente bij allerlei mensen gaan zoeken die hen uiteindelijk gewoon gebruiken.

In een wereld waar mensen worden verwaarloosd als kind, aan verbaal geweld worden blootgesteld, worden gekleineerd, afgewezen en gebruikt zijn er velen op zoek naar een beetje bevestiging, liefde, warmte en zorg. Het is daarom belangrijk dat we mensen helpen om dit zelf bij Jezus te vinden zodat ze niet langer afhankelijk zijn van mensen als een bron van erkenning, waardering, emotionele warmte en liefde. Want alleen God kan onze diepste innerlijke leegte vullen. Helaas zijn er mensen die deze behoeften in mensen heel goed aanvoelen en proberen daarin te voorzien door in Gods naam mensen woorden van erkenning, waardering, emotionele warmte en liefde te geven. Dit is op zichzelf niet verkeerd want soms moeten we een tijdje via anderen Gods waarheid horen voor we het zelf kunnen oppakken. Het is echter wel verkeerd als wij mensen niet actief helpen om zelf hun vertrouwen op God te stellen en niet op de ‘profeet’ of ‘voorganger’.  Als wij mensen aanmoedigen om in ruil voor de woorden van bevestiging en waardering ons financieel te steunen en hen minder aardig behandelen als zij dit niet doen dan zijn wij niets meer dan huurlingen.

Als profeten of leraren/voorgangers alleen woorden van bevestiging, waardering en liefde hebben voor mensen die hen naar de mond praten en mensen die de moed hebben om hen te vermanen of om kritische vragen stellen afwijzen met afwijzende of onaardige woorden dan zijn zij niet zoals Onze Hemelse Vader die goed doet aan alle mensen. Als iemand kritiek op zijn/haar bediening als een persoonlijke aanval en afwijzing beschouwd en reageerd met afwijzing, het onthouden van liefde en warmte, of woedend wordt en verbaal vergif spugt dan is het duidelijk dat het allemaal om hen draait en helemaal niet om Christus. Zij zijn niet vol van Hem maar vol van zichzelf - wolven in schaapkleding die zich te goed willen doen aan de schapen. Hoe mooi hun woorden ook mogen klinken - er cahter gaat groot kwaad schuil. Laten we onszelf niet voor de gek houden: De grootste heiden kan leren om in naam van God mooie woorden uit te spreken die aan de emotionele behoeften van de mensen tegemoet komen. Zelfs Satan heeft geleerd om zich als een engel van het licht voor te doen.

Uiteindelijk zijn mensen niet degenen die ze naar de buitenwereld toe profileren maar wie ze in hun hart zijn. Hoe zijn ze buiten het zicht van de mensen. Hoe gaan ze om met mensen die ze niet nodig denken te hebben? Pas op met mensen die het geestelijk gezag van gemeenteleiders ontkennen en of subtiel ondermijnen of omzeilen. Deze hebben vaak een verborgen agenda. Laten we onze gemeenteleden aanmoedigen om afhankelijk van Jezus te leven in daden van liefde en niet afhankelijk van mensen en de mooi klinkende woorden die zij namens God spreken maar voor hun eigen voordeel.

donderdag 2 juli 2015

Bijbelse richtlijnen voor de evangelist/zendeling

Bijbelse richtlijnen voor de evangelist/zendeling en allen die met een oprecht hart de Here Jezus navolgen en een goede vertegenwoordiger van Hem willen zijn.

Romeinen 10:8-17

8Maar vervolgens zegt Mozes: ‘Het woord is dicht bij u, in uw mond en in uw hart’ – en dat betekent: de boodschap van het geloof die wij verkondigen, is dicht bij u. 9Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. 10Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. 11Want de Schrift zegt: ‘Wie in hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ 12En er is geen onderscheid tussen Joden en andere volken, want ze hebben allen dezelfde Heer. Hij geeft zijn rijke gaven aan allen die hem aanroepen, 13want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’

14Maar hoe kunnen ze hem aanroepen als ze niet in hem geloven? En hoe kunnen ze in hem geloven als ze niet over hem hebben gehoord? En hoe kunnen ze over hem horen als hij niet verkondigd wordt? 15En hoe kan iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden? Het is zoals geschreven staat: ‘Welkom zijn zij die goed nieuws verkondigen.’ 16Toch hebben slechts weinigen aan het evangelie gehoor gegeven, want Jesaja vraagt: ‘Heer, heeft iemand geloofd wat wij hebben gezegd?’ 17Dus door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus

Het woord (dat redding brengt) is dichtbij

Het woord komt dichtbij de mensen door de verkondiging van het evangelie en als mensen erkennen dat Jezus Heer is – dat is degene die gehoorzaamd en nagevolgd moet worden – en geloven in zijn dood en dat God Hem deed opstaan uit de dood – dan worden zij gered.

Hoe kunnen zij in hem geloven als ze niet over hem hebben gehoord?

De verkondiging van het goede nieuws, het evangelie, is de enige manier waardoor mensen tot geloof kunnen komen. Dit is daarom een eervolle en belangrijke taak. Zoals Paulus tegen Timotheus die eigenlijk schuw en verlegen was zei: “Doe het werk van een evangelist”. Laten we onze schroom, angs en andere barrieres overwinnen om deze nobele taak te verrichten. De ene persoon doet dit het makkelijkste in een persooonlijk gesprek, de ander in de vorm van (straat) prediking, weer een ander door zijn of haar getuigenis te delen met anderen, weer een ander door een lied, en ga zo maar door. Hoe we het doen maakt niet zo uit, maar wel dat we het doen, het maakt voor hen die gered worden een wereld van verschil!

Hoe kan iemand verkondigen als hij niet is uitgezonden?

Niet iedereen is uitgezonden door Christus om het evangelie te verkondigen maar alleen zij die zelf zijn discipelen zijn en zijn authoriteit over hun leven erkennen en er zelf naar streven om alles wat Hij heeft onderwezen na te volgen: Mattheus 28:18-20. Mensen die niet zo leven moeten niet worden aangemoedigd of betrokken in evangelie verkondiging want wat zij met de mond verkondigen ondermijnen ze vervolgens door wat hun gedrag en daden verkondigen.

Toch hebben slechts weinigen aan het evangelie gehoor gegeven

Hoe graag God en ook wij zouden willen dat alle mensen gered worden moeten we accepteren dat dit niet de realiteit is. Reeds in de gelijkenis van de zaaier maakte Jezus dit duidelijk, slechts een klein deel van het zaad draagt vrucht. Niet zozeer zij die het woord horen, maar enkel zij die echt luisteren en gehoor geven aan het woord komen tot geloof. Zij die het woord afwijzen, wijzen niet zozeer ons af maar God af die tot hun harten spreekt terwijl wij het evangelie verkondigen. We moeten het dus niet als een persoonlijke afwijzing voelen als mensen het woord afwijzen en ons gekrenkt voelen maar we moeten met droefheid en bewogenheid gevuld worden en bidden dat God ze kansen blijft geven om zich te bekeren voor het te laat is.

Romeinen 12:14-18

14Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. 15Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft. 16Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. 17Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. 18Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.

Zegen uw vervolgers

Leven voor Christus in een gevallen wereld wekt weerstand en tegenstand op, helemaal als we het evangelie actief gaan uitdragen. De moeilijke mensen die op onze weg komen of ons tegen werken moeten we echter niet afwijzen of negatief behandelen of negatief over praten (vervloeken) maar hen zegenen, dat is het goede van God toe wensen. God heeft hen ook lief en wil hen redden en dat moet ook ons streven blijven.

Wees blij met wie zich verblijdt

Laten we mensen bevestigen en bemoedigen als ze ergens blij of gelukkig mee zijn en hen vooral niet afkraken of hun blijdschap ondermijnen door hen aan negatieve dingen die gebeurd zijn of zouden kunnen gebeuren te herinneren. Laten we ook niet jaloers zijn als iemand reden heeft om zich te verheugen. God zorgt toch voor ons, wij hoeven niet jaloers te zijn op wat een ander heeft en daarom zijn/haar vreugde te ondermijnen.

Heb verdriet met wie verdriet heeft

Het is zo makkelijk om iemand die verdriet heeft de rug toe te keren en net doen alsof we het niet zien omdat we niet door zijn/haar ‘negativiteit’ of ‘depressie’ willen worden beinvloed. Maar laten we eerlijk zijn, als Jezus niet uit zijn comfort zone in onze ellende was gekomen, waar zouden wij nu zijn? Laten we ons hart niet verharden voor wie (diep) verdriet hebben, ook niet als dit verdriet zich uit in boosheid, moeilijk gedrag en andere emotionele uitspattingen omdat de persoon overweldigd is door zijn/haar emoties. Laten we ons niet te snel afkeren of laten wegjagen maar laten we juist solidariteit tonen door bereid te zijn om voor hem/haar wat discomfort mee-te-lijden en zo goddelijk medelijden te tonen.

Wees eensgezind.....

We zijn met elkaar in dienst van Christus, latenw e daarom als een team samen werken met allen die vanuit een oprecht hart dezelfde doelen na streven, namelijk het betrouwbaar getuige zijn, de redding van mensen en in alles de eer van God. Laten we erkennen dat we allemaal verschillende gaven hebben en dat we samen meer kunnen bereiken dan alleen. We zijn tenslotte deel van een lichaam.
Dit betekend onder andere zoals Paulus vervolgens zegt: “wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid”, laten we gewoon doen en ons niet verheffen boven anderen maar erkennen dat geen van ons alle wijsheid in pacht heeft of alles alleen kan doen. “Ga niet af op uw eigen inzicht”, we moeten samen overleggen en zoeken naar Gods wil en leiding in gebed en het raadplegen van Zijn woord en er op vertrouwen dat als Jezus zegt dat waar 2 of 3 vergaderd zijn in zijn naam, Hij aanwezig is om ons te leiden door Zijn Geest.

Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen.

Waar mensen samen werken of met elkaar in contact staan, of het nu medegelovigen zijn om de mensen die we proberen te bereiken met het evangelie, er zullen dingen gedaan worden en gezegd worden die verkeerd zijn en ons kwetsen of teleurstellen. Laten we geen kwaad met kwaad vergelden door fysiek geweld te gebruiken of er mee te dreigen. Laten we geen verbaal geweld gebruiken in de vorm van lelijke, harde, persoon afbrekende, dreigende of intimiderende taal te gebruiken. Laten we geen kwaad met kwaad vergelden door mensen de rug toe te keren, in de steek te laten, het opgeven om met hen te werken. Hoeveel geduld heeft God met ons gehad? Hoeveel heeft Hij in liefde en met zachtmoedigheid en vergeving van ons verdragen? Laten we dus voor alle mensen het goede doen, voor zowel hen die makkelijk in de omgang zijn als zij die moeilijk in de omgang zijn. Voor mensen die ons altijd goed hebben behandeld en voor mensen die ons (in het verleden) slecht hebben behandeld.

Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven.

Voor zover het van ons afhangt moeten we alles doen wat wij kunnen om met alle mensen in vrede te leven. Dat betekend niet dat je aan alles hoort toe te geven. Als mensen (bescherm)geld van je eisen of andere dingen van je vragen die jouw integriteit bedreigen of in jouw nadeel zijn moet je gewoon respectvol maar duidelijk nee zeggen. Je moet ook uit zelfbescherming bedreigende situaties uit de weg gaan. Je naaste lief hebben net zoveel als jezelf, maar niet meer dan jezelf. Tenslotte zijn we niemand iets verschuldigd dan hen lief te hebben, dat is met liefde, zorg en respect behandelen (Romeinen 13:8).

Het betekend ook dat waar wij dat kunnen het goed is als we ons zoveel mogelijk aanpassen aan de cultuur en leefwereld van hen die we proberen te bereiken. Dat is in taalgebruik, kleding en gebruiken zonder daarbij tegen ons geloof en geweten in te gaan en onze identiteit als kinderen van God schade toe te brengen:

1 Korintiërs 9:19-23

19Vrij als ik ben ten opzichte van iedereen, ben ik de slaaf van iedereen geworden om zo veel mogelijk mensen te winnen. 20Voor de Joden ben ik als een Jood geworden om hen te winnen. Ikzelf sta niet onder de Joodse wet, maar toch heb ik me eraan onderworpen om hen die er wel onder staan te winnen. 21En voor hen die niet onder de Joodse wet staan, ben ik als iemand geworden die de wet niet heeft, om hen te winnen. Dit betekent niet dat ik de wet van God heb losgelaten, maar dat ik mij heb onderworpen aan de wet van Christus. 22Voor de zwakken ben ik zwak geworden om hen te winnen. Ik ben voor iedereen wel íets geworden, om in elke situatie althans enkelen te redden. 23Ik doe alles voor het evangelie om ook zelf aan de beloften ervan deel te krijgen.

We zijn vrij en niet verplicht om anders te zijn dan we zijn. Echter vrijwillig en vanuit liefde kunnen we er voor kiezen om sommige vrijheden op te geven om anderen tegemoet te komen om hen zo te bereiken met het evangelie. We doen dit niet omdat wij de wetten en verwachtingen die zij op ons proberen te leggen erkennen als bindend voor ons maar we doen het puur vrijwillig vanuit de wet van Christus, vanuit naasteliefde, om hen te winnen voor Christus.

Praktisch kan dit betekenen dat we als Christen-vrouw in een moslim omgeving ons in een jurk en met een sluier of hoofddoek kleden. Het kan betekenen dat we in contact met hindoes geen rundvlees in hun nabijheid eten, in contact met moslims of joden geen varkensvlees en in contact met alcoholisten geen alcohol gebruiken. Als we echter weer thuis in eigen omgeving zijn kunnen we gewoon onszelf zijn en van de vrijheid die de wet van Christus ons geeft genieten. Het betekend ook dat we ons in taalgebruik aanpassen en moeite doen om termen, benamingen, gewoontes en tradities te vermijden die door mensen van een andere cultuur als kwetsend worden ervaren. We moeten zover het van ons afhangt hen geen enkel obstakel in de weg leggen waardoor zij niet meer naar onze boodschap willen luisteren maar er juist van worden afgeleid.

Tenslotte laten we in alles Christus gelijkvormig zijn en bovenal de liefde na streven (1 Cor 13, 14:1) en tonen en woorden en daden. Tenslotte is de religie die God goedkeurt is dat we niet wereldgelijkvormig zijn maar haar hebzucht, pronkzucht en zelfzucht maar omzien naar mensen in nood (Jakobus 1:26-27). Hierbij hebben we de hulp nodig van zijn Geest die ons maakt tot goede getuigen (hand 1:8) vol van goede karakter eigenschappen die Christus in ons zichtbaar maken voor de wereld om ons heen (Gal. 5:22-23).

Amen

woensdag 24 juni 2015

Neem je kruis op en volg Jezus

24Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en mij volgen. 25Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het behouden. 26Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als hij er het leven bij inschiet? Wat zou een mens niet overhebben voor zijn leven? 27Wanneer de Mensenzoon komt, in gezelschap van zijn engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader, dan zal hij iedereen naar zijn daden belonen.

(Matt. 16:24-27)

Ons kruis opnemen en Jezus navolgen is iets wat we actief moeten doen. Het betekend in de dagelijkse praktijk dat we steeds meer onze zin onderwerpen in gehoorzaamheid aan Christus en aan Zijn onderwijs. We kiezen ervoor om dingen te doen of te laten, uit te spreken of juist niet omwille van Christus. Dit gaat niet vanzelf het is een strijd waarbij we ons eigen vlees onderwerpen in zelfbeheersing door de kracht van Gods Geest in ons. Het is een strijd omdat we tegen het gedachtengoed en de weg van de wereld in gaan. Het is ook een strijd omdat w etegen satan zelf en zijn vurige pijlen van verleiding en verzoeking in gaan. Door zo te leven worden wij minder en wordt Jezus meer in ons. En toch gaat het niet ten koste van ons want in Christus worden wij zelf meer de mens zoals wij bedoeld zijn. Wie zijn leven verlies in overgave aan Christus vindt juist volheid van leven in Hem. Reeds in onze harten in het heden en op de dag dat Hij terug komt in alles. Dan worden zelfs onze stervelijke tot zonde geneigde en aan de dood onderhevige lichamen veranderd en geestelijk, heilig en onstervelijk gemaakt.

woensdag 17 juni 2015

JIHAD

2 Cor 10:3-5

3We leven wel in deze wereld, maar vechten niet met de wapens van deze wereld. 4De wapens waarmee wij ten strijde trekken dienen niet ons eigen belang, maar zijn er om met hun kracht bolwerken te slechten voor God. We halen spitsvondigheden neer 5en iedere verschansing die wordt opgetrokken tegen de kennis van God, we maken iedere gedachte krijgsgevangene om haar aan Christus te onderwerpen.

1 Tim. 6:11-14

11Maar jij, een dienaar van God, moet je hier verre van houden. Streef naar rechtvaardigheid, vroomheid, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid. 12Strijd de goede strijd van het geloof, win het eeuwige leven waartoe je geroepen bent en waarvan je in aanwezigheid van velen zo’n krachtig getuigenis hebt afgelegd. 13Ten overstaan van God, die alles in leven houdt, en Christus Jezus, die voor Pontius Pilatus een krachtig getuigenis heeft afgelegd, draag ik je op 14je taak vlekkeloos en onberispelijk uit te voeren, totdat onze Heer Jezus Christus verschijnt 


God wil dat we onze wapens opnemen om samen met hem kunnen strijden in zijn JIHAD, zijn Heilige Oorlog in deze wereld.

Het is niet een oorlog die gestreden wordt met menselijke wapens zoals de Islamitische Staat dat doet, of the Hindu extremisten in India, de Boeddistische extremisten in Myanmar en de pseudo-christenen in North Ierland. Gods strijd is een geestelijke strijd die gevoerd wordt met geestelijke wapens. Het is het doorbreken van Zijn Koninkrijk in deze wereld, het aanteken van zijn licht in een voorheen duistere wereld. En wij zelf zijn fakkel dragers van zijn vuur, wij schijnen als lichtende sterren, wij strijden mee in de goede strijd. Een strijd niet tegen mensen maar juist voor alle mensen om hen te wijzen op Christus zodat zij gered, hersteld en tot hun heerlijke bestemming kunnen komen samen met ons. Het is een strijd waarvan de Bijbel zegt dat deze gevoerd wordt door onze menselijke vijanden lief te hebben, onze vervolgers te zegenen en goed te doen aan alle mensen. Zij zijn ten slotte degenen die we willen redden.

- Het is een strijd die we voeren door elke gelegenheid te gebuiken om goed te doen aan alle mensen, in het bijzonder onze geloofsgenoten, maar tevens elk ander. Wij doen goed en vermijden het kwaad, niet alleen omdat zo leven goed ne gezond voor ons is, maar omdat het anderen helpt te zien wie Christus is.

- Elke daad van liefde, goedheid, eerlijkheid, nederigheid, dienstbaarheid, vrijgevigheid, gerechtigheid en hulp is een daad van ons licht laten schijnen en daardoor tevens een aanval op het koninkrijk van duisternis wat moet wijken voor dat licht. Het zijn daden die God eer geven en getuigen van Zijn karakter en Christus laten zien in een wereld die Hem anders niet kan ontmoeten.

- Zo te leven in een gevallen wereld is een belangrijke maar zeker niet altijd eenvoudige strijd.  Het is wel een strijd die we moeten blijven volhouden ook als het niet gewaardeerd wordt door de mensen om ons heen, ook als het wordt bespot, besmeurd, in twijfel wordt getrokken of tegen wordt gewerkt. Laten we volharden in het geloof en de zekerheid dat wij zelf sterker worden als wij de goede strijd blijven strijden en dat God vroeg of laat ons de zegen en oogst zal geven en ons zal belonen naar onze daden.

- Tegelijkertijd is de strijd die we voeren niet alleen maar zwaar, niet alleen kommer en kwel, want Jezus is bij ons, met ons, rondom ons en in ons en Hij wil ons vullen met de vreugde Zijn aanwezigheid. Een vreugde die samen gaat met diepe vrede en rust, een vreugde die samen gaat met de geborgenheid van het diep geworteld zijn in Zijn liefde. Een vreugde, vrede en liefde die zelfs beschikbaar in de meest zware tijden, in ons diepste lijden en grootste verdrukking.

donderdag 11 juni 2015

De Geest en het woord in logos en rhema

Efeziers 5:15-20

15Let dus goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige mensen. 16Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd. 17Wees niet onverstandig, maar probeer te begrijpen wat de Heer wil. 18Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen 19en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer 20en dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus Christus.

Kolossenzen 3:12-17 

12Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en hij u liefheeft, moet u zich kleden in innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. 13Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven. 14En bovenal, kleed u in de liefde, dat is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. 15Laat in uw hart de vrede van Christus heersen, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam. Wees ook dankbaar. 16Laat Christus’ woorden (logos) in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft. 17Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door hem.

Overdenking:

In deze twee brieven die gelijktijdig door Paulus zijn verstuurd moedigt Paulus de gelovigen in Kolosse en om vol van de Geest te zijn en om vol van het woord te zijn. Deze twee staan niet in tegenstelling zoals sommigen hebben gesuggereerd. In Johannes 1 lezen we dat Jezus is het woord (logos) van God de Vader. De Heilige Geest wijst ons op Jezus en Zijn onderwijs en brengt het ons weer in gedachten en overtuigd ons van de waarheid (Joh.15:26; 16:13-15).  God de Vader, De Zoon en de Heilige Geest zijn samen een eenheid. We moeten ze niet van elkaar scheiden in ons beperkte denken.

Jezus kunnen we niet leren kennen dan door de verkondiging van het woord. Het woord kunnen we echter niet begrijpen of aanvaarden tenzij de Heilige Geest ons er in ons hart van overtuigd dat het woord waar is (Joh. 16:7-15). Het woord kunnen we alleen goed begrijpen als we Jezus het vleesgeworden woord aannemen in ons leven en discipelen, navolgers worden van zijn onderwijs (Mt. 28:19). Wij kunnen echter het onderwijs van Jezus alleen navolgen als de Heilige Geest ons innerlijk veranderd en geestelijk tot leven brengt, hetgeen we de wedergeboorte noemen. De Heilige Geest geeft ons ook de kracht zodat wij levende getuigen worden van het woord van God wat nu ook vlees wordt in ons (Hand. 1:8).

Dit demonstreerd gelijk ook dat het idee dat de logos refereerd naar het geschreven woord in de bijbel en rhema refereerd naar een door de Heilige Geest geinspireerd woord incorrect is. Jezus in wie God in al zijn volheid woont en die ons de Heilige Geest heeft gezonden is zelf de logos van God. Het griekse woord rhema/rhemata zoals het in het Nieuwe Testament wordt gebruikt refereerd naar een specifiek stukje onderwijs dat God tot ons spreekt door mensen heen in de Bijbel (Matt. 4:4) of in het onderwijs van Jezus (Johannes 6:63, 15:17; Ef. 5:25-26) of door zijn volgelingen in de evangelie verkondiging, onderwijs of boodschap die God door zijn Geest aan ons persoonlijk doorgeeft (Lukas 1:38; 2:29; 3:2). In Romeinen 10:17 wordt ‘rhema’ gebruikt voor de evangelie verkondiging waardoor mensen tot geloof komen en in Handelingen 11:16 voor het herinneren van iets wat Jezus had onderwezen. Johannes 14:26 zegt dat de Heilige Geest ons de woorden van Christus in herinnering brengt.

Het is duidelijk uit het bovenstaande dat ‘logos’ en ‘rhema’ in Bijbelse zin niet tegenover elkaar staan want de ‘rhema’ komt vauit Hem die de ‘logos’ is. Een ‘rhema’ van God zal dan ook nooit tegen Christus in gaan. We moeten daarom alles toetsen en het goede behouden (1 Thes. 5:21).  In 2 Kor. 13:1 staat tevens dat elke uitspraak ‘rhema’ pas op basis van twee of drie getuigenverklaringen rechtsgeldig wordt.

Laten we ons daarom door de Heilige Geest inspireren en leiden en ons rijkelijk vullen met het onderwijs van Christus  en van hieruit verkondigen, onderwijzen en zingen met de vreugde die de Heilige Geest ons geeft.

maandag 8 juni 2015

Gedachten over trots en nederigheid

Als we aan trots denken krijgen we een plaatje in ons hoofd van opschepperige of arrogante mensen met een ik ben beter-dan-jij houding die zij baseren op hun uiterlijke schoonheid, bezit, rijkdom, succes of roem. De Bijbel zegt hierover dat God zulke mensen weerstaat en tegenwerkt totdat zij hun knie voor hem buigen en nederig en gehoorzaam leren leven (Luk. 8:14, Jak. 4:6; 1 Pet. 5:5). Als wij onszelf verhogen duwen we bewust of onbewust anderen omlaag. We stellen ons boven hen. Dit is in strijd met de naasteliefde We behandelen onze medemens dan niet meer net zo respectvol en zorgzaam als we onszelf behandelen.

Als volgelingen van Jezus worden we aangemoedigd om ons aan zijn gehele onderwijs te houden (Matt. 28:19) en van Hem te leren wat het betekend om zachtmoedig en nederig van hart te zijn (Matt. 11:28-30). Als we zo leven dan wordt ons hart met rust en vrede gevuld in plaats van de onrust en stress die voortkomt vanuit het voortdurend vergelijken met anderen en het zoeken naar erkenning en aanzien onder de mensen.

Nederigheid is een keuze om ons niet te verheffen boven andere mensen door te erkennen dat we met niets de wereld binnen zijn gekomen en dat alles wat wij hebben bereikt in het leven en alles wat wij hebben ontvangen of vergaart door Gods genade is. Vanuit zo’n houding verheffen wij ons niet boven anderen met een houding dat wij meer recht hebben op ons bezit en geluk dan andere mensen maar in liefde streven we er naar om net zo goed voor onze naaste te zorgen als dat wij voor onszelf zorgen. Deze Christus-gelijkvormige houding heeft onder andere ten grondslag gelegen aan ons sociale zorg system.

Nederigheid moeten we niet verwarren met het hebben van een laag zelfbeeld. Jezus wist heel goed wie Hij was maar toch was hij nederig. Je kan een heel laag zelfbeeld hebben en toch vol trost zijn als je bijvoorbeeld in je hart er van overtuigd bent dat je recht hebt op een betere behandeling dan andere mensen. Een laag zelfbeeld is eigenlijk een roep van een onvervuld hart die zegt ‘bevestig mij’, ‘waardeer mij’, ‘zie naar mij om’, ‘ik ben het ook waard om geliefd te zijn, aandacht te krijgen en zorg te ontvangen’. Dit verlangen is legitiem want elk mens is het waard om liefdevol, goed, respectvol en zorgzaam behandeld te worden maar we moeten de vervulling van dit verlangen niet bij mensen zoeken want dan gaan we teleurgesteld raken. Geen enkel mens is onfeilbaar of 100% betrouwbaar in het geven van de zorg, bevestiging, aandacht en waardering die wij nodig hebben.

Als we het van mensen gaan verwachten dan komt ook de angst om de hoek kijken. Als we onze innerlijke vervulling van mensen gaan verwachten dan worden we bang om uit de gunst te vallen, er niet bij te horen, afgewezen te worden enzovoorts. Vrees voor mensen spant een strik zegt de Bijbel. Het is ook een vorm van afgoderij want zowel de arrogante persoon als degene met een laagzelfbeeld probeert vervulling in mensen te vinden en niet in God. Dit brengt onrust en instabiliteit in ons leven want mensen zijn niet een onfeilbare of onuitputtelijke bron van liefde, zorg, erkenning, waardering en aandacht. Alleen God zelf is een 100% betrouwbare bron van het levengevende water van liefde die Hij in ons wil uitstorten door Zijn Geest (Rom. 5:5).

De voortdurende zoektocht naar liefde, zorg, erkenning, waardering en aandacht van mensen brengt oom mee dat we veel te veel op onszelf gericht worden. Hiermee doen we anderen tekort inclusief misschien onze partner of kinderen en geven we anderen niet de liefde, zorg, erkenning, waardering en aandacht die zij verdienen. In plaats van ons zelfbeeld te bouwen door steeds de aandacht op onszelf te vestigen moeten we juist sterven aan onszelf en op Christus gericht leren leven. Want juist als we onszelf verliezen in Hem vinden we onszelf terug, maar dan vervuld met Zijn liefde, zorg, erkenning, waardering en aandacht

God heeft ons naar Zijn beeld geschapen en als zodanig acht Hij ons zo waardevol dat Hij ons met niets en niemand wil delen (Gen. 1; Jak. 4:5). Hij heeft ook laten zien hoe Hij ons naar waarde schat door Zijn zoon voor ons te geven om ons vrij te kopen zodat we de zijne konden worden (Ef. 1:14). Omdat Hij ons waardeert is het irrelevant hoe anderen ons wel of niet waarderen. Hij is boven alles en Hij bepaald de werkelijke waarde van dingen en niet deze gevallen wereld en door zonde misleide mensheid. Hij heeft ons gewild al vanaf ons eerste begin (Ps. 139:13-18) en niet zozeer onze ouders, maar juist Hij ontving ons in deze wereld (Ps. 22:10-11).

Als we ons zelfbeeld op God zelf die de waarheid is bouwen, dan zijn we stabiel en sterk. Dan waarderen we onszelf ook als mensen dit niet doen. Dan leren we om onszelf genoeg te waarderen om onszelf niet door zonde laten verlagen maar lief te hebben door Christus na te volgen want dat is het beste wat wij verdienen omdat God ons daartoe heeft bestemd. Dan kunnen we in nederigheid verder gaan dan zelfgerichtheid en de belangen van anderen als hoger achten dan onszelf (Phil. 2:3). Niet omdat we vinden dat onze belangen er niet toe doen, maar omdat we er op vertrouwen dat God voor ons zal zorgen.  We moeten niet meer denken van onszelf en ons verheffen boven anderen want zoals God ons in Zijn genade voorziet en waardeerd is genoeg voor ons en in dat licht mogen we onszelf en anderen positief en in liefde beoordelen (Romans 12:3).

Amen

vrijdag 8 mei 2015

Een God die Zijn vijanden liefheeft

Als christenen is het belangrijk dat we voor ogen houden dat we een God dienen die Zijn vijanden liefheeft en alles heeft gedaan en nog doet om verzoening mogelijk te maken. Zeker in tijden van verdrukking of tegenstand is dat belangrijk om tot ons door te laten dringen. God heeft de hele wereld liefgehad, inclusief allen die zich van Hem af blijven keren (Joh. 3:16). Geduldig blijft Hij hen door ons heen uitnodigen om zich te bekeren. Hij nodigt ieder uit om zijn/haar wissel om te zetten en van spoor te veranderen zodat zij hun heerlijke door God voorbereide bestemming kunnen bereiken. Weg van het spoor van een zelfzuchtige op geld en bezit beluste wereld op weg naar vernietiging (1 Tim. 6:9-10). God is niet blij met de dood van wie Hem niet navolgen en heeft veel liever dat zij op het rechte spoor komen (Ezechiel 18:23, 2 Peter 3:9). We dienen dus een God die zijn vijanden liefheeft en voortdurend verzoening aanbiedt (Ro. 5:10).
Oog om oog en tand om tand zoals we in andere religies en wetssystemen vinden komt niet in de buurt van de gerechtigheid van Gods wet van liefde. Wij die Hem navolgen horen volgens Zijn wet te leven en door goed te doen aan wie ons tegenwerken of belagen tonen dat we kinderen van God zijn (Matt. 5:43-48).

donderdag 23 april 2015

De kerk van Christus

Ik hoor bij een kerk die er ernstig naar streeft om meer bezig te zijn met getuige zijn in huis, straat, buurt en wereld dan met kerkelijke activiteiten en samenkomsten. Het is een kerk bestaande uit mensen wiens focus niet is op een goed comfortabel leven op aarde maar net als hun Vader in de Hemel op aarde zoveel mogelijk goede daden doen aan alle mensen en daar vooral  hun geld, tijd en energie in proberen te steken. Het is ook een kerk die veel meer investeerd in het helpen van mensen in hun nood, geestelijk, emotioneel en materieel, dan in eigen wekelijkse samenkomsten. Het is een kerk die het onderwijs van Christus en zijn apostelen echt navolgt en goed zorgt voor hen die zich full-time inzetten voor het evangelie in binnen en buitenland.  Het is een kerk vol mensen die bereid zijn om voor een minimum loon of zelfs nog minder zich full-time in te zetten voor het evangelie omdat zij willen investeren in dingen van eeuwigheidswaarde en niet om het meer comfortabel en rijker dan anderen op aarde te hebben. Deze kerk beseft dat wij onze naaste wereldwijd even lief moeten hebben dan onszelf en we daarom ons in horen te zetten zodat elk mens een menswaardig bestaan kan leiden in zijn of haar omgeving. Het is een kerk die zich inzet voor gastvrijheid en zij die aankloppen om hulp niet zomaar met lege handen terug stuurt naar een omgeving waar zij gebrek, gevaar of onderdrukking lijden. Het is ook een kerk die haar verantwoordelijkheid beseft om zorgvuldig om te gaan met Gods schepping en deze niet uit te buiten of uit te laten buiten door anderen zodat er voor toekomstige generaties weinig over blijft. Kortom het is een kerk die leeft volgens het Grote Gebod. Deze kerk is wereldwijd te vinden maar is niet te herkennen aan mooie gebouwen. Het is een kerk die zichzelf niet probeert te profileren, die niet pronkt, die niet naar geld, invloed of macht zoekt. Zij is enkel herkenbaar aan het karakter en de levensstijl van wie haar toebehoren omdat in hun harten de wet van Christus is geschreven en zij zich door Zijn Geest laten leiden. Hiervan is de vrucht zichtbaar in liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. (Galaten 5:22, NBG1951)

donderdag 16 april 2015

Geen vrucht zonder te ploegen

Teveel Christenen willen oogsten maar niet ploegen en zaaien. Ze willen resultaten maar niet het zwoegen. Ze willen vol zijn van de Geest maar niet eerst het onderwijs van Jezus, het zwaard van de Geest, grondig bestuderen en toe passen. Ze willen graag Gods stem verstaan en zijn aanwezigheid ervaren zonder eerst de instructies van Jezus op te volgen en het advies van de apostelen ter harte te nemen:

Zoek eerst het koninkrijk van God en wees niet zo bezig met het vergaren van schatten op aarde (Matt. 6:19-33) en laat het woord rijkelijk in u wonen (Kol. 3:16-17). Wie mijn woorden hoort en ze doet zal stevig in het leven staan (Matt. 7:24-27). Doe goed aan alle mensen want God heeft beschikt dat wat men in woord en daad zaait men ook zal oogsten (Gal. 6:7-10).

maandag 13 april 2015

Heb de wereld niet lief

Romeinen 8:18-23 en 1 Kor. 15:42-57 onderwijzen  dat op een dag het vergankelijke wordt vervangen door het onvergankelijke, het aardse (lichaam) door een geestelijke.

Dan is er net als in de tijd van het paradijs voor de zondeval geen scherp contrast meer tussen Hemel en Aarde want de aanwezigheid van God zal beiden vervullen.  Dan zal de hemelse stad van onze vader waar vele woningen zijn, het hemelse Jerusalem op aarde neerdalen. Wanneer dit gebeurd zal er geen zonde, kwaad, lijden, onrecht, verdriet, verderf en dood meer zijn. In de woorden van Johannes in Openbaringen 21:1-4

1Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. 2Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. 3Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. 4Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’

De huidige situatie in de wereld is echter nog niet zo.

Nu leven we nog in de tijd tussen de hemelvaart van Christus en zijn wederkomst. Het herstel van alle dingen is nog komende. Nu is er nog een contrast tussen het wereldse en het hemelse.

Reeds worden wij door Christus vanuit geestelijk dood tot nieuw leven gewekt en zijn we op weg naar onze heerlijke eeuwige bestemming. Een bestemming die we zeker zullen bereiken zolang wij dichtbij de Goede Herder blijven en niet doelbewust ons van Hem afkeren en een andere weg, een dwaalspoor door het najagen van de dingen die de heidennen najagen en dit  tot het einde toe blijven volhouden zonder terug te keren naar DE WEG. De weg van Christus.

We leven nu nog in een wereld die nog onderworpen is aan verderf, verval en dood. Een wereld die door de zondeval en haar gevolgen uit balans is. Het is een wereld in disharmony waar Satan nog rond gaat als een briesende leeuw. Mensen worden nog steeds door zijn leugenachtige ingevingen verleid en verleiden zelf ook anderen om God ongehoorzaam te zijn. Hierdoor worden hun levens door Satan als wapens gebruikt ten koste van zelf en anderen, en ten koste van de hele schepping.

Daarom gebruikt de bijbel vaak het woord ‘wereld’ of ‘werelds’ op een figuurlijke wijze waar de wereld symbool staat voor wereldse gedachten patronen en de daarop gebaseerde structuren en systemen, woorden, uitingen, daden en gedragspatronen in de samenleving die niet in overeenstemming zijn met het gedachtengoed van Christus , wat Hij onderwijst en waar Hij ons in voorgaat en tot voorbeeld is.

Van de wereld in deze zin wordt gezegd dat zij deels beheerst wordt door de satan als heerser van deze wereld. Ook wordt gezegd dat wij die er voor hebben gekozen om Jezus na te volgen moeten strijden tegen boze machten die de wereld beheersen.

Onze stijd is niet tegen de mensen die door het onggestelijke, vleselijke, rebelse gedachten goed worden beinvloed, maar onze strijd is tegen de geestelijke machten, satan en zijn demonen en het kwalijke gedachtengoed wat zij inspireren en aanmoedigen in de mensheid.

Jezus zegt echter: Vrees niet, ik heb de wereld overwonnen

Deze wereld gaat voorbij.....

1 Johannes 2:15-17 waarschuwd ons echter wel:

15Heb de wereld en wat in de wereld is niet lief. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem, 16want alles wat in de wereld is – zelfzuchtige begeerte, afgunstige inhaligheid, pronkzucht –, dat alles komt niet uit de Vader voort maar uit de wereld. 17De wereld met haar begeerte gaat voorbij, maar wie Gods wil doet blijft tot in eeuwigheid.

We moeten door de kracht van Jezus die de wereld heeft overwonnen hier verre van blijven:

- Zelfzuchtige begeerte: Het willen hebben voor jezelf zonder er acht op te slaan, of rekening mee te houden hoe dit anderen misschien benadeeld. Tenslotte ons meer betekend altijd voor een ander in de wereld minder.

- Afgunstige inhaligheid: Het perse willen hebben wat de ander ook heeft; afgunst t.o.v. wie meer heeft, een mooiere auto, mooier huis, mooiere vrouw, betere opleiding enz...Dit leid tot velerlei kwaad in de wereld, conflicten en zelfs totale oorlogen.

- Pronkzucht: Jezelf beter laten lijken dan anderen, je boven anderen te verheffen op basis van wat je hebt, hoe je eruit ziet of op basis van positie of wat je hebt gedaan of bereikt (zelfs in de kerk). Je zekerheid en eigen waarde bouwen op zulke dingen is zonde!!!

Dit is kenmerkend voor een goddeloos wereld-systeem waar we niet aan mee moeten doen: Wij moeten ons door liefde laten leiden die niet zelfzuchtig is maar even hard werkt voor het belang van de ander als voor het eigen belang. Liefde die niet inhalig is maar vrijgevig. Liefde die niet afgunstig is maar tevreden is als God in zijn/haar basis behoeften voorziet. Liefde die zich niet boven anderen verheft maar nederig en zachtmoedig is en haar zekerheid en veilige stabiele positie vind in het door God geliefd zijn.

woensdag 8 april 2015

Gebed is geen Christelijke manier van toveren

Joh. 14:12-14

 12Waarachtig, ik verzeker jullie: wie op mij vertrouwt zal hetzelfde doen als ik, en zelfs meer dan dat, ik ga immers naar de Vader.13En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. 14Wanneer je iets in mijn naam vraagt, zal ik het doen.

Jezus geeft hier de garantie aan zijn leerlingen dat wat zij vragen in zijn naam ook door hen ontvangen zal worden. Bidden in Jezus naam is niet hetzelfde als het uitspreken van een soort toverformule zodat je krijgt wat je hebben wil. Bidden in Jezus naam heeft te maken met het bidden in de gezindheid van Christus, enkel zo bidden is bidden naar zijn wil. Zie ook Matt. 7:7-11 en Jakobus 4:2-3.

donderdag 2 april 2015

Deel je rijkdom en wordt rijker

Schriftlezing: Lucas 18:18-30
18Een hooggeplaatst persoon vroeg hem: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 19Jezus antwoordde: ‘Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, alleen God. 20U kent de geboden: pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, leg geen vals getuigenis af, toon eerbied voor uw vader en uw moeder.’ 21De man zei: ‘Aan dat alles heb ik me sinds mijn jeugd gehouden.’ 22Toen Jezus dat hoorde, zei hij: ‘Nog één ding ontbreekt u. Verkoop alles wat u hebt en verdeel de opbrengst onder de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij!’ 23Toen de man dat hoorde, werd hij diepbedroefd. Hij was namelijk zeer rijk.
24Toen Jezus zag dat de man zo bedroefd werd, zei hij: ‘Wat is het moeilijk voor rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan. 25Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’26Daarop zeiden zijn toehoorders: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ 27Jezus zei: ‘Wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.’ 28Toen zei Petrus: ‘Maar wij hebben alles wat we bezaten achtergelaten om u te volgen.’ 29Jezus zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: iedereen die huis of vrouw, broers of zusters, ouders of kinderen heeft achtergelaten omwille van het koninkrijk van God, 30zal reeds in deze tijd het veelvoudige ontvangen en in de tijd die komt het eeuwige leven.’

Jezus wil ons bevrijden van alle afgoden omdat niemand Hem werkelijk kan na volgen en zijn eeuwige bestemming kan bereiken als hij/zij nog innerlijk verdeeld is. Zoals Jezus al eerder zei in Lucas 16:13 “niemand kan twee heren dienen.....Jullie kunnen niet God dienen en de mammon (aardse rijkdom)”.  Jezus roept ons op om te stoppen met schatten te verzamelen op aarde door ons geld opzij te zetten (Mt. 6:19-25) want we moeten ons geen zorgen maken over wat we zullen eten of drinken.  De rechtvaardige leeft immers uit geloof, in kinderlijk vertrouwen op God (Rom. 1:17). Dit betekend niet dat we moeten gaan stil zitten en wachten tot eten in onze mond valt want er geldt tevens dat wie niet werken wil ook niet zal eten (2 Thess. 3:10). We moeten dus wel bereid zijn om ons in te zetten voor ons dagelijks brood. Dit kan betekenen dat we ons inzetten voor het evangelie (1 Cor. 9:14) of gewoon seculier werk doen want ook op de seculiere werkplek kunnen we getuigen zijn van Christus (2 Thess. 3:6-12). Het is echter niet de bedoeling dat we ons nergens voor inspannen en onverantwoordelijk leven op kosten van anderen.  Als w eniet willen werken dan kunnen we niet verwachten dat anderen ons voeden. Dat is geen leven uit geloof, dat is gemakzucht en luiheid. Dit neemt niet weg dat de rijken de verantwoordelijkheid hebben om zeer vrijgevig met hun rijkdom om te gaan en bereid moeten zijn om deze te delen (1 Tim. 6:18-19). Het is om die reden dat Jezus tegen de jonge man zegt dat hij zijn rijkdom moet delen met de armen.  Nadat de jonge man bedroefd is heen gegaan legt Jezus uit dat het moeilijk is voor de rijken om het koninkrijk van God binnen te gaan. Waarom? Omdat ze het moeilijk vinden om van hun privileges en rijkdom afstand te doen en daar niet meer op te vertrouwen maar het te delen met de armen. De toehoorders concluderen “wie kan er dan nog gered worden”.  Dit is op zich een heel terechte conclusie want alle mensen, rijk of arm, streven naar de aardse zekerheid en status die rijkdom geeft. Gelukkig is God niet onmachtig om een veranderd hart in ons te bewerken, Zijn wet in onze harten te leggen zodat we van binnenuit veranderd, vrijwillig en in liefde willen en gaan delen met de arme en behoeftige. Wat bij mensen onmogelijk is, is bij God mogelijk.  In antwoord zegt Petrus: ‘Maar wij hebben alles wat we bezaten achtergelaten om u te volgen.’  Dan antwoord Jezus: dat wat we ook voor het koninkrijk van God opgeven het ons dubbel en dwars zal worden terug gegeven in de eeuwigheid maar zelfs al in dit leven. Betekend het dat we dan alsnog materieel rijk zullen worden? Misschien soms wel, maar een grotere en diepere rijkdom van een vervuld leven, innerljke vrede, je geliefd weten en je geborgen weten in God is veel belangrijker. In sociologische termen ‘zelf-geactualiseerd’, niet als gevolg van hoe goed wij zijn, maar als gevolg van ons vertrouwen op God en hoe goed Hij is. Als we onszelf verliezen door zijn wil te doen vinden we juist onszelf terug, maar beter en mooier, gevormd naar het beeld van Christus.

donderdag 26 maart 2015

Welke leiders zijn ons tot voorbeeld?

1 Cor. 10:33-1 Cor. 11:1

Ik wil iedereen ter wille zijn, in welk opzicht dan ook; ik zoek niet mijn eigen voordeel, maar dat van alle anderen, opdat ze worden gered. Dus volg mij na, zoals ik Christus navolg.

1 Tim. 5:24-25

24Van sommige mensen zijn de zonden overduidelijk nog voordat erover geoordeeld wordt; bij anderen komen ze pas bij het oordeel aan het licht. 25Zo zijn ook goede daden duidelijk zichtbaar; en wanneer ze dat niet zijn, blijven ze niet voor altijd verborgen.

Jezus waarschuwt ons in 1 Cor. 7:12-27 dat Hij wil dat we anderen behandelen zoals we zelf behandeld willen worden en dat enkel degenen die doen wat Hij zegt zullen blijven maar de anderen zullen worden weggevaagd. Hij waarschuwt daarbij dat niet elke leider die op staat in ons midden de weg van Christus voor ogen heeft. Sommigen zijn als wolven, ze worden niet gedreven door het verlangen om het onderwijs van Jezus in de praktijk te brengen door anderen te behandelen zoals zij zelf behandeld willen worden. Zij worden gedreven door dierlijk instinct voor eigen belang ook als dat ten koste van anderen gaat. Sommigen van hen doen notabene grote wonderen en weten zich goed te profileren. Zo goed dat ze er zelf in gaan geloven en zelfs op de dag van het oordeel Jezus er van proberen te overtuigen hoe goed zij zijn door op hun successen in de bediening te wijzen (vers 22). Jezus valt e rechter niet voor, Hij zegt 'ga weg van mij, kwaad doeners' (vers 23). Een leider die niet gedreven wordt door het onderwijs van Jezus, wie dit niet gehoorzaam in de praktijk brengt, is in de bediening vooral op zijn/haar eigen voordeel gericht. Dit leidt altijd tot veel kwaad!!!  

Laten we daarom mensen zoals Paulus navolgen die niet hun eigen voordeel zoeken maar het goede zoeken voor anderen en zo Christus navolgen.

dinsdag 24 maart 2015

JEZUS EN GELD (ingekorte preek)

Gebracht door E. van der Meer in Rafael Gemeente Joel te Zoetermeer op Zondag 22-3-2015

Jezus zegt in Matt. 28:18-19 dat Hij alle macht heeft in Hemel en Aarde en we daarom iedereen moeten aanmoedigen om zijn leerlingen te worden door hen alles te onderwijzen wat Hij heeft geboden.

JEZUS SCHRIJFT ONS DE WET VOOR EN HIJ ALLEEN 

(NIEMAND ANDERS HEEFT DAT RECHT)

In de bergrede laat Jezus zien dat zijn wet gaat over praktisch heilig leven in liefde voor God en naaste, inclusief onze menselijke tegenstanders.

De wet van Mozes is onvoldoende, uiterlijke religiositeit om onszelf geestelijk te profileren is onvoldoende. Het gaat er om dat wij Zijn woorden horen en doen en dat kan alleen vanuit een hart wat intiem met Hem verbonden is.

In Mattheus 28:19 zegt Jezus “leer hen alles onderhouden wat ik u geboden heb”

Vrijwillig Christus gehoorzaam navolgen, dat is wat GOD van ons vraagt.....niet selectief

Wie mij lief heeft (werkelijk intiem in liefde met mij verbonden is) zal mijn geboden bewaren. Ons bezig houden met wat Jezus ons overduidelijk geboden heeft daar gaat het om.

> Wij die door Hem geroepen zijn horen ons daar mee bezig te houden.

Alle andere dingen zijn bijzaak. Hoe interessant en intrigerend, spannend, bovennatuurlijk of menselijk gezien indrukwekkend en andere zaken ook mogen zijn, religieus, zogenaamd geestelijk of gewoon aards, het is allemaal bijzaak in vergelijking met het gehoorzamen van het duidelijke onderwijs van Jezus!!!!

> De bijzaken horen onderworpen te worden aan de hoofdzaak, het gehoorzaam navolgen van Jezus

Dit is ook zo als het om geld en bezit aan komt!

Laten we Matt. 6:19-7:12 lezen en terwijl we dit doen bij een aantal belangrijke punten stil staan.

We beginnen met Matteus. 6:19-21

19Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen. 20Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. 21Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.

Jezus zegt dat we ons niet bezig moeten houden met het vergaren van aardse rijkdommen. Aardse dingen die we waardevol vinden, mooi vinden, die een aantrekkingskracht op ons uitoefenen....
Het baart me ernstig zorgen als ik hoor hoe een voorganger les geeft in “how to become a millionaire” of hoe de ene na de andere Christen zichzelf probeert te laten gelden door te pochen met hoe mooi zijn of haar huis is, nieuwe auto, dure vakantie is enz enz....

Waarom? Omdat het lijnrecht tegen dit overduidelijke onderwijs van Christus in gaat.
Ik zou veel liever zien hoe Gods kinderen net als in het voorbeeld wat de gelovigen in Handelingen tonen hun bezittingen met de armen deelden, hun huizen open stelden, hun rijkdom ten dienste maakten van het evangelie..... Dat is in de ogen van de wereld misschien dwaasheid, wie weet leid je straks wel gebrek, heb je tekort, maar in Gods ogen is het wijsheid!!! Het draagt zijn goedkeuring weg.

Het vergaren van rijkdommen enkel voor persoonlijke ‘zekerheid’, comfort of genot, draagt absoluut niet zijn goedkeuring weg!!!

Mag je dan geen geld of bezit hebben?

Als je er mee om gaat op een manier die Christus dient en zo God tot eer is zeker wel. Maar geld en rijkdom mogen nooit onze focus zijn in het leven maar ten dienste zijn van onze navolging van Christus.

> Niet mijn genot = god 

Zo zijn de heidenen en helaas ook vele ‘christenen’

Maar Jezus is mijn Heer en ik leg alles aan zijn voeten neer en doe er mee zoals Hij van me vraagt!
Als alles wat God ons toevertrouwd niet in dienst van Hem is dan is het als een talent wat we in de grond bewaren. Het is dan geestelijk vruchteloos, het geeft geen divident voor het koninkrijk van Christus!!!

Laten we verder lezen, vers 22-23

22Het oog is de lamp van het lichaam. Dus als je oog helder is, zal heel je lichaam verlicht zijn. 23Maar als je oog troebel is, zal er in heel je lichaam duisternis zijn. Als het licht in jezelf verduisterd is, hoe groot is dan die duisternis!

Het gaat dus om focus. Waar zijn we in dit leven op gericht. Op de navolging van Christus in vertrouwen op God, dat Hij voor ons zorgt, of zorgen we vooral goed voor onszelf???
Wat beinvloed nu echt onze dagelijkse besluitneming in hoe we onze tijd en energie gebruiken en hoe we omgaan met geld en bezit?

Dan komen we bij vers 24

24Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.
Je kan niet en Jezus navolgen in vertrouwen dat Hij voor je voorziet en tegelijkertijd druk bezig zijn met vooral voor jezelf te zorgen in overeenstemming met de geest van de wereld volgen die zegt “ieder voor zich en God voor ons allen”.

> De wereld vertrouwd niet op God maar op eigen kracht, eigen wijsheid, eigen kunnen. Waar staan wij????

> Zijn wij getuigen in hoe wij met geld en bezit om gaan van het feit dat we op God vertrouwen voor onze behoeften???

Natuurlijk is dit makkelijker gezegd dan gedaan

IK HEB HIER OOK ECHT MEE GEWORSTELD

Nadat ik plotseling met vrijwel niets in Nederland aankwam. Ik had een groot deel van mijn spaargeld voor mijn ex en mijn kinderen in Nederland en Afrika had gebruikt. Ik had een ander deel voor de voortgang van de projecten in Afrika gebruikt en kwam met heel weinig naar Nederland. Toen werd ik daar er mee geconfronteerd dat ik moest interen op het beetje pensioen geld wat apart was gezet op een rekening in Nederland.

Nu zat ik plotseling zonder inkomen, zonder pensioen en ook nog met een groot AOW gat van 30%. Ik kwam na het interen in de bijstand en had enkel een 70% AOW om naar uit te zien.

Dat had een hele innerlijke worsteling tot gevolg en ik ging me zorgen maken. Hoe moet ik nu overleven en hoe ga ik straks overleven als ik oud ben.....????

Ik was ook boos op God: Ik heb alles opgegeven en u laat al deze dingen toe... ik heb niets meer......
Ik was teleurgesteld in God maar vooral ook in mensen waarvan ik vond dat ze dit beter voor me hadden kunnen regelen....

Ik was ook boos op mijn medechristenen en de gemeenten die waren gestopt met hun ondersteuning waardoor ik ook daar niet van op aan kon.......

De duivel is heel listig en zat lekker te roeren in mijn hart door mij er toe te verleiden om mijn ogen te richten op wat ik niet heb en op wat er allemaal mis kan gaan in de toekomst.....weg van focus en vertrouwen op Christus!

Maar God wilde dat ik Hem nog meer leerde vertrouwen

Het feit is dat toen ik in 1993 als zendeling naar Afrika ging had ik vrijwel niets geregeld in materiele zin. Ik had enkel een groot geloof in God en Hij heeft dat nooit beschaamd.
-          Hij heeft altijd in mijn basisbehoeften voorzien. Niet altijd in alles wat ik hebben wilde maar wel in alles wat ik nodig had!!!

Maar gaandeweg had de wereldse denkwijze dat ik meer nodig had dan mijn basis behoeften mijn denken geinfiltreerd en ik was me er niet eens goed bewust van dat ik nauwelijks nog op God vertrouwde voor mijn basisbehoeften.
Het is heel makkelijk om te zeggen “ik ben een zendeling die uit geloof leeft” wanneer er regelmatig voldoende giften binnen komen voor mijn onderhoud.....maar toen dat niet meer gebeurde maakte ik mij hele grote zorgen.....

Maar Jezus zegt maak je geen zorgen, vertrouw me maar:

Matt. 6:25
25Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding?

Tja, ik maakte me dus wel zorgen en niet zo klein beetje ook. Ik werd met de vraag geconfronteerd vertrouw ik op God, ook als het niet gaat zoals ik denk dat het moet gaan, of vertrouw ik op menselijke manieren om een inkomen in de toekomst veilig te stellen?

Bovendien waarom ben ik zo bang om tekort te lijden in de toekomst??? Is het niet beter om gebrek te lijden in navolging van Christus dan rijk te zijn en ver van Hem af te dwalen????
En trouwens, vertrouw ik deze woorden van Jezus zelf niet? Waarom maak ik me zorgen terwijl Hij zegt “maak je geen zorgen”.

Hier komen we bij het onderliggende motief dat ons subtiel beinvloed.

Want waarom zijn zoveel mensen op het verzamelen van geld en bezit gericht? Waarom verzamelen mensen geld in een bankrekening, pensioenfonds, aandelen, huis en op andere manieren?

>>> Ze zijn bang om te kort te komen >>> bang dat God toch niet goed voor ze zal zorgen als ze het zelf niet doen >>> Het is dus een stukje angst

Soms is deze angst verwoord als:

“God zorgt voor wie voor zichzelf zorgen.....”

De vrucht is individualisme, zelfzucht, egocentrisme. Maar ook het verwaarlozen van onze naaste. Gebrek aan vrijgevigheid, eerlijk delen en zorg voor onze zwakkere of meer behoeftige naaste:

“Ieder voor zich en God voor ons allen”

Maar God heeft alle mensen even lief en wie Zijn liefde kennen laten zich niet door angst en zorgen leiden, ze vertrouwen op Hem:

1 Johannes 4 vers 18 zegt dat de volmaakte liefde alle angst uit bant uit ons leven!!! Waarom hebben zoveel Christenen dan toch nog die angst dat we in de toekomst tekort gaan komen????

Het betekend dat Gods liefde nog niet in ons volmaakt is. We hebben dan Gods diepe zorgzame liefde voor ons nog niet voldoende begrepen of we durven niet helemaal te geloven dat het voor ons is. Hierdoor kunnen we zelf niet in de onbezorgde vrijheid van de kinderen Gods leven in vertrouwen op Hem, genietend van Zijn trouw en voorzienigheid, en daardoor kunnen we ook niet voldoende die liefde naar anderen toe te laten zien door vrijgevig te zijn en ons bezit te delen

Jezus gaat daarom door in vers 26-30

26Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? 27Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el  aan zijn levensduur toevoegen? 28En wat maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en weven niet. 29Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen. 30Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen?

Wees niet bezorgd. Het is een teken van een te klein geloof, van te weinig vertrouwen op God om ons door zorg en angst te laten leiden. Bovendien zet het geen zoden aan de dijk. Je zorgen maken verandert niets.

31Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?” of: “Wat zullen we drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?” – 32dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. 33Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. 34Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last.

Maak je dus geen zorgen over wat je in de toekomst zal eten, drinken of waar je je mee zal kleden, of wat je ook maar in de toekomst nodig zal hebben......de heidenen houden zich daarmee bezig. Dit zijn geen zaken van Gods koninkrijk maar die bij de wereld horen.
We hebben al genoeg om ons druk over te maken elke dag.

Het geeft een stuk minder stress als we God werkelijk leren te vertrouwen en zijn zorgzame liefde voor ons leren aanvaarden.

Conclusie

Laten we daarom op Hem en Zijn onderwijs vertrouwen en geen schatten op aarde verzamelen maar vrijgevig zijn zodat we mogen groeien in liefde, dat is een kapitaal veel belangrijker dan wat voor kapitaal je op de bank hebt of inde vorm van aandelen of bezit. Het is een kapitaal dat eeuwig blijft en veel beter dividend geeft:

1 Joh 3:16-19

16Wat liefde is, hebben we geleerd van hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters. 17Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden?
18Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden. 19Dan weten we dat we voortkomen uit de waarheid en kunnen we met een gerust hart voor God staan.

Laten we lief hebben met daden zodat we onze schatten in de hemel verzamelen en met een gerust hart voor God kunnen verschijnen op de dag van het oordeel. Zijn beloftes zijn immers betrouwbaar:

Romeinen 2:6-8

6God beloont ieder mens naar zijn daden. 7Aan wie het goede doet en daarin volhardt, aan wie glorie, eer en onsterfelijkheid zoekt, schenkt hij het eeuwige leven. 8Maar wie handelt uit geldingsdrang, de waarheid niet eerbiedigt en zich laat leiden door onrecht, straft hij met zijn toorn en woede.

Laten we volharden het goede te doen aan alle mensen en in het bijzonder onze geloofsgenoten.


Amen