Als je leeft volgens
de wet dan leef je volgens het princiepe van wie voldoet aan de eisen hoort er
bij, die wordt aanvaard; wie niet voldoet wordt afgewezen, die hoort er niet
bij. De wet brengt zelf-rechtvaardiging voor wie zich er aan houden en veroordeling
voor wie daarin falen. De eersten worden hoogmoedig en denken te hoog over hun
eigen goedheid, de laatsten worden depressief en denken te laag over zichzelf.
Dat betekend niet dat de wet nutteloos is. Of het nu goed over de wet van
Mozes, onze landswet of de sociale normen en regels in onze groep of
organisatie, de wet brengt een zekere mate van orde en duidelijkheid en houdt
wetbrekers in toom. De wet is dus nuttig
voor mensen die geen rekening met anderen willen houden en het liefst hun eigen
wet navolgen – een wet voor zichzelf zijn en daardoor eigenlijk wetteloos leven.
De wet heeft dus wel nut voor wetbrekers. Onder dreiging van veroordeling en
straf worden zij in het gareel gehouden. De wet van Christus is een heel andere
wet. Het is geen geschreven wet van regels die onze vrijheid inperken met ‘doe
niet, mag niet, raak niet aan’. Het is ook geen wet die dreigt met veroordeling
en straf. Het is een wet geschreven in ons hart door de Heilige Geest die Gods
liefde in ons uitstort (Rom. 5:5). Deze
wet is deel van de gerechtigheid van het koninkrijk van God en toont zich in
liefde voor God en naaste: ‘heb elkander innig lief’. Voor wie op deze wijze in Christus zijn is er
niet langer de ervaring van zelfveroordeling en het veroordelen van anderen (Rom.
8:1). Er is liefde voor in de plaats gekomen en genade; dat is het liefdevol geven
aan de ander wat hij/zij eigenlijk niet verdient: vergeving, redding,
vrijspraak, goedheid enzovoorts. De wet van Christus kan niet worden opgelegd
of afgedwongen want liefde en angst voor
straf gaan niet samen. Het is een wet die we alleen vrijwillig ons eigen kunnen
maken en alleen met Gods hulp kunnen naleven; het is de vrucht van de
innerlijke heiligende werking van Zijn Geest. De aanwezigheid van Jezus in ons
leven door de Heilige Geest komt zo tot uiting in liefde (Gal. 5:22-23). Maar
als je nog vol zelf-veroordeling en zelf-afwijzing zit, of steeds met je vinger
wijst naar de fouten van anderen en andere mensen afwijst dan leef je nog niet
onder de liefdevolle heerschappij van Christus want deze is juist gekenmerkt is door ''geen
veroordeling'. Dan kan je ook nooit de vrijheid, blijdschap en vrede van het koninkrijk van God ervaren maar leef je voortdurend onder druk en innerlijke angst voor afwijzing en veroordeling. De heerschappij van Christus in ons leven is daarintegen gekenmerkt door genade, liefde,
aanvaarding en vergeving; zowel van onszelf als van onze medemens, ja zelfs onze vijanden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten